1 vwo - chapitre 2 - meilleurs voeux, phrases-clés, kloktijden, ontkenningen

1 / 48
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

PROGRAMME

  • uitleg: kloktijden
  • oefenen
  • uitleg: ontkenningen (?)
PROGRAMME
  • Start jaar 2021
  • toetsweek Frans
  • phrases-clés
  • herhalen: kloktijden

Slide 2 - Slide

Tu as passé de bonnes vacances?
A
Oui, c'était super!
B
Oui, je me suis bien reposé.
C
C'était pas mal.
D
Non, c'était nul!

Slide 3 - Quiz

Ik heb geleerd deze vakantie.
A
Oui
B
Non
C
Un petit peu

Slide 4 - Quiz

Ik weet wat ik precies moet leren voor de Franse toets
A
Oui
B
Non

Slide 5 - Quiz

Rappel:

  • Blijf de vocabulaire goed herhalen!
  • Lees de samenvatting achterin je boek regelmatig en goed door.
  • Oefen op quizlet!
  • Begin op tijd met leren!

Slide 6 - Slide

Quels sont vos objectifs pour cette année? Wat zijn jouw doelen voor dit schooljaar?

Slide 7 - Open question

ZINNEN BRON I
A quelle heure tu commences le mardi?
Tu as des devoirs?
C'est pour quand?
Quelle est ta matière préférée?
Pourquoi?
Qu'est-ce que tu fais après l'école?
Parce que c'est intéressant.
C'est la biologie.
Oui, j'ai des devoirs en maths.
Je commence à huit heures.
C'est pour jeudi.
Je fais des devoirs.

Slide 8 - Drag question

PHRASES-CLÉS

Slide 9 - Slide

Présente-toi. Raconte-moi ton nom, ton âge et ta classe.

Slide 10 - Open question

A quelle heure tu commences le vendredi?

Slide 11 - Open question

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 12 - Slide

Hele uren

Het is twee uur = Il est deux heures.
Het is acht uur = il est huit heures.
Het is één uur = Il est une heure.

Je schrijft 'heures' altijd met een 's', behalve als het één uur is!



Slide 13 - Slide

Hele uren
LET OP!

Het is 12 uur 's middags = Il est midi.
Het is 12 uur 's nachts = Il est minuit.

In het Frans zeg je niet: il est douze heures, maar: il est midi/minuit.

Slide 14 - Slide

Kwart over = ..... et quart 
Het is kwart over twee = Il est deux heures et quart
Het is kwart over 1 = Il est une heure et quart

12:15 = Il est midi et quart
00:15 = Il est minuit et quart

Slide 15 - Slide

Halve uren = ..... et demie
Half 3 = Il est deux heures et demie
Half 2 = Il est une heure et demie

Half 1 's middags = Il est midi et demi (let op: zonder -e!)
Half 1 's nachts = Il est minuit et demi

Slide 16 - Slide

Kwart voor = ..... moins le quart
kwart voor 2 = Il est deux heures moins le quart.
kwart voor 1 = Il est une heure moins le quart.

kwart voor 12 's middags = Il est midi moins le quart.
kwart voor 12 's nachts = Il est minuit moins le quart.

Slide 17 - Slide

Het is 9 uur:
Il est neuf heures.

Het is kwart over 9:
Il est neuf heures et quart.

Het is half 9:
Il est huit heures et demie

Het is kwart voor 9:
Il est neuf heures moins le quart

Slide 18 - Slide

Quelle heure est-il?
Il est huit heures.

Slide 19 - Open question

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 20 - Quiz

Traduisez en français:
Het is vijf uur.

Slide 21 - Open question

Il est midi.
A
Het is 12 uur 's nachts.
B
Het is 12 uur 's middags.

Slide 22 - Quiz

Il est quatre heures moins le quart
A
Het is kwart over 4.
B
Het is half 4.
C
Het is kwart voor 4.
D
Het is kwart voor 3.

Slide 23 - Quiz

Il est trois heures et demie.
A
Het is half 3.
B
Het is half 4.

Slide 24 - Quiz

Il est quatre heures moins le quart.
A
Het is kwart over 4
B
Het is kwart voor 4
C
Het is kwart over 3
D
Het is kwart voor 3

Slide 25 - Quiz

Il est dix heures et demie.
A
Het is half 10.
B
Het is half 11.

Slide 26 - Quiz

Il est midi et demi.
A
Het is half 1.
B
Het is half 12 's middags.
C
Het is half 12 's nachts.

Slide 27 - Quiz

Il est neuf heures moins le quart.
A
Het is kwart over 9
B
Het is kwart voor 9
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8

Slide 28 - Quiz

Vertaal de kloktijd naar het Frans:
het is één uur.

Slide 29 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is 12 uur 's nachts.

Slide 30 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over negen.

Slide 31 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is half tien.

Slide 32 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart voor zeven.

Slide 33 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
il est minuit moins le quart

Slide 34 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags

Slide 35 - Open question

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures et quart
B
sept heures et demie.
C
sept heures moins le quart

Slide 36 - Quiz

Ik begrijp de kloktijden.
A
Oui
B
Non
C
Un petit peu

Slide 37 - Quiz

DE ONTKENNINGEN
Bron H bladzijde 34 van je tekstboek

Slide 38 - Slide

DE ONTKENNINGEN
niet vertaal je naar het Frans met: ne .... pas 

Op de puntjes komt het werkwoord te staan.

Als het werkwoord begint met een klinker, schrijf je n'.

Bijvoorbeeld: je ne parle pas français = ik spreek geen Frans.

Slide 39 - Slide

NIET/GEEN = NE .... PAS
Bijvoorbeeld: je ne parle pas français = ik spreek geen Frans.

'ne' komt vòòr het werkwoord.
'pas' komt achter het werkwoord. 

Je cherche mes parents.
Je ne cherche pas mes parents.

Slide 40 - Slide

Wat is het werkwoord in deze zin?
Tu parles espagnol.
A
Tu
B
parles
C
espagnol

Slide 41 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Tu parles espagnol.
A
Ne tu pas parles espagnol.
B
Tu ne parles pas espagnol
C
Tu parles n'espagnol pas.

Slide 42 - Quiz

Wat is het werkwoord in deze zin?
Je cherche mon sac.
A
Je
B
mon sac
C
cherche

Slide 43 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Je cherche mon sac.
met: ne ..... pas

Slide 44 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?
Elle mange de la viande.
A
Elle
B
mange
C
de la viande

Slide 45 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Elle mange de la viande.
met: ne ..... pas

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
1
2
3
4
5
il est deux heures et quart
il est minuit
il est midi
il est cinq heures et quart
il est deux heures et demie

Slide 48 - Drag question