3.2: Nederland en Europa (1) VWO 2

3.2: Nederland en Europa
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2: Nederland en Europa

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Gelukt met het inleveren?
  • afsluiten paragraaf 3.1
  • leerdoelen paragraaf 3.2
  •  uitleg: Handel
  • uitleg: Groei van steden
  • aan de slag.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... heb je geleerd waarom de 17e eeuw voor Nederland een Gouden Eeuw was.
... heb je geleerd hoe de economie van Nederland bloeide in de 17e eeuw.
... heb je geleerd hoe Nederlandse steden groeiden.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: stapelmarkt, kapitalisme, handelskapitalisme, beurzen, Oostzeehandel, werkgelegenheid en grachtengordel betekenen.
... weet je hoe de opdracht voor een cijfer bij dit hoofdstuk er uit ziet.

Slide 3 - Slide

Afsluiting 3.1: Machthebbers in Europa
Begrippen: absolutisme, regent, stadhouder, Republiek.
  • Bestuur van Lodewijk XIV (Frankrijk)
  • Bestuur van de Engelse koning voor en na de 'Bill of Rights'
  • Bestuur van de Republiek (Nederland)

Slide 4 - Slide

3.2: Nederland en Europa:
leerdoelen: In deze paragraaf leer je...
  1. Hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw.
  2. Hoe Nederlandse steden groeiden
  3. Hoe regels voor oorlogen ontstonden
  4. Hoe Nederland oorlog voerde met omringende landen. 


Slide 5 - Slide

De Gouden Eeuw: 
  • De Republiek was het rijkste land van Europa
  • De 17e eeuw (1600 - 1700) was voor de Nederlandse Republiek een Gouden Eeuw 

Slide 6 - Slide

Handel:
  • Graanhandel over de Oostzee, Oostzeehandel
  • Amsterdam werd de belangrijkste stapelplaats
  • stapelplaats: plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vandaar te worden verhandeld. 
  • Nederlanders handelden over de hele wereld.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Handel:
  • De schepen en handelsgoederen waren het bezit van handelaren.
  • handelaren staken geld in bedrijven om winst te maken, dit noemen we kapitalisme.
  • Het kapitalisme van de 17e eeuw noemen we handelskapitalisme, omdat handelaren de leiding hadden. 

Slide 9 - Slide

Handel:
  • Nederland was het centrum van het internationale handelskapitalisme.
  • In veel steden ontstonden beurzen waar kooplieden handel dreven. 

Slide 10 - Slide

Beurs
Stapelmarkt

Slide 11 - Slide

Naast handel:
  • Nijverheid: producten maken, textiel maar ook huisnijverheid, bij mensen thuis.
  • Landbouw: groente, fruit, boter, kaas en vlees. 

Slide 12 - Slide

Groeiende steden:
  • Door de bloeiende economie groeiden de steden in Nederland snel. Er was veel werkgelegenheid in de steden
  • Amsterdam was met 200.000 inwoners in 1670 een van de grootste steden ter wereld.
  • In de Republiek woonde 45% van de bevolking in steden en in Holland zelfs 60%
  • verstedelijking was in geen enkel ander gebied in Europa zo sterk

Slide 13 - Slide

Groeiende steden:
  • In Amsterdam ontstonden vanaf 1613 nieuwe woonwijken langs drie nieuwe grachten.
  • In deze grachtengordel  gingen rijke handelaren in mooie huizen wonen. 
  • Buiten de grachtengordel ontstond een nieuwe woonwijk voor het gewone volk, de Jordaan. 

Slide 14 - Slide

Grachtenpanden
De Jordaan

Slide 15 - Slide

Aan de slag:
  • Lees de theorie van paragraaf 3.2
  • Werk de leerdoelen uit in je leerdoelen document. 

Slide 16 - Slide