4.3 Beenverbindingen

Thema 4: stevigheid en beweging
Basisstof 3: Beenverbindingen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4: stevigheid en beweging
Basisstof 3: Beenverbindingen

Slide 1 - Slide

starttaak
1. Tuinkersproject ingeleverd (via classroom)?
    - zo nee: je mag op een post-it opschrijven wat er speelt of  elke vraag je hebt. Plak op de hoek van je tafel.
2. Neem de leerdoelen over in je zuidschrift.

Leerdoelen: Na deze les kun je:
- 4 beenverbindingen beschrijven. 
- de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
timer
7:00

Slide 2 - Slide

WAT GAAN WE DOEN? 
  • starttaak
  • uitleg + aantekeningen
  • opdrachten maken
  • huiswerk

Slide 3 - Slide

opdracht
  • Beweeg je schouders eens? 
  • Wat kun je er allemaal mee? 
  • Kun je dit ook met je elleboog
  • En met je vingerkootjes?
Leerdoelen: Na deze les kun je:
- 4 beenverbindingen beschrijven. 
- de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Schrijf (achterop) je post-it!
Zet onderstaande afbeeldingen op volgorde van meest naar minst beweegbaar (ABCD).
A
B
C
D

Slide 17 - Slide

A
B
C
D

Slide 18 - Slide

A
B
C
Welke 3 typen gewichten zie je hier? 
Noteer de juiste naam bij het juiste type.

Slide 19 - Slide

rol-gewricht
scharnier-gewricht
kogel-gewricht

Slide 20 - Slide

werken
Wat: maak opdrachten 1, 2, 5 en 6 (blz. 25-28)
Hoe: gebruik tekst + plaatjes blz. 22 - 25
Hulp: vraag eerst je buur, steek daarna je vinger op.
Klaar: Nakijken via Google Classroom.
Leerdoelen: Na deze les kun je:
- 4 beenverbindingen beschrijven. 
- de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Waar of nietwaar?
Een kogelgewricht zit in je heup.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Schrijf in je schrift.
Zet onderstaande afbeeldingen op volgorde van meest naar minst beweegbaar (ABCD)
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Hoeveel kanten kan een scharnier gewricht draaien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Hoeveel soorten beenverbindingen zijn er?
A
10
B
3
C
200
D
4

Slide 28 - Quiz

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad

Slide 29 - Quiz

De schedelbeenderen zitten verbonden met elkaar door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 30 - Quiz

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 31 - Quiz

Een middenhandsbeentje is verbonden met een vingerkootje door:
A
Naadverbinding
B
Vergroeide verbinding
C
Kraakbeen verbinding
D
Gewricht

Slide 32 - Quiz

Wat ga je over deze les zeker onthouden?

Slide 33 - Open question

4 verschillende beenverbindingen

Slide 34 - Slide

Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 35 - Drag question

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht
rol-
gewricht
zadel-
gewricht
eivormig
gewricht

Slide 36 - Drag question

Aan de slag!
Lees thema 4 basisstof 3.
(blz. 21 t/m 28
opdr. 1 t/m 6 samen
pdr. 6 t/m 8 zelfstandig

Slide 37 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt 4 beenverbindingen beschrijven. 
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
- Je kent het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht. 

Slide 38 - Slide

Je hebt twee typen beenderen. Welke?
A
Kraakbeen & Arm
B
Kraakbeen & Botbeen
C
Arm & Been
D
Schedel & Romp

Slide 39 - Quiz

Been is harder dan kraakbeen.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

In het puntje van je neus zit
A
Been
B
Kraakbeen

Slide 41 - Quiz

Dit soort been bevat veel lijmstof
A
been
B
kraakbeen

Slide 42 - Quiz

Hoe noem je het veranderen van kraakbeen in been naarmate je ouder wordt?
A
Verharding
B
Volharding
C
Verbening
D
Versteviging

Slide 43 - Quiz

Welke 2 botten zitten er in je onderarm?
A
Scheenbeen en enkel
B
Ellepijp en spaakbeen
C
Sleutelbeen en schouderblad
D
kraakbeen en heilig been

Slide 44 - Quiz

Baby’s kunnen gemakkelijk hun eigen tenen in hun mond steken zonder hun botten te breken.
Hoe kan dat?
A
De botten van een baby kunnen buigen, doordat ze uit been bestaan.
B
De botten van een baby kunnen buigen, doordat ze uit kraakbeen bestaan.

Slide 45 - Quiz

Noem een functie van het skelet. Er zijn er 4:

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Je botten zijn gemaakt van kalkstof en lijmstof. Welke stof zorgt ervoor dat je botten hard en stevig zijn?
A
Lijmstof
B
Kalkstof

Slide 48 - Quiz