This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom terug
Slide 1 - Slide
Verder H2.3
Slide 2 - Slide
Maar eerst.....
Slide 3 - Slide
Welke 2 soorten tekstopbouw ken jij?
Slide 4 - Mind map
• Een inleiding is kort en trekt de aandacht van de lezer. Ook vind je er vaak informatie over het onderwerp van de tekst.
• De kern is het langste deel van de tekst en behandelt het onderwerp. In de kern lees je vaak over deelonderwerpen.
• Het slot bevat meestal een samenvatting of een conclusie. Het bevat geen nieuwe informatie.
Slide 5 - Slide
Uit welke tekstdelen bestaat een tekst in elk geval?
Slide 6 - Open question
Het slot is ...... de laatste alinea van de tekst?
A
nooit
B
meestal
C
altijd
Slide 7 - Quiz
De ijsvogel komt vooral af op schoon water. Hier zit hij vaak roerloos op zijn prooi te wachten. Die vangt hij door in het water te duiken. Waarnaar verwijst 'hij' in de tweede zin?
Slide 8 - Open question
Wat voor soort woorden weergeven het verband tussen woorden, zinnen of alinea's?
Slide 9 - Open question
Welke tekstverbanden ken je?
Slide 10 - Mind map
Tekstverband
1. opsomming
2. tegenstelling
3. tijdsvolgorde
4. voorbeeld
Signaalwoorden
1. ten eerste, ook, bovendien, verder
2. maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
3. voordat, terwijl, tijdens, alvast, later
4. bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie
Slide 11 - Slide
Welke tekstverband is hier aangegeven: In de natuur komen veel verschillende slangen voor, zoals adders en ringslangen.
Slide 12 - Open question
Aan de slag
H2.3 Opdracht 1 t/m 9 Opnieuw goed bekijken en verbeteren/afmaken. (Dit geldt niet voor iedereen) Klaar? bk: Opdracht 9 t/m 15 kgt: Opdracht 10 t/m 16