3/4M kijken en luisteren - oefenles 1

Bonjour et bienvenue! 
3/4M Kijk- en luistervaardigheid (HMA)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue! 
3/4M Kijk- en luistervaardigheid (HMA)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Exercice 1
Actualité
Kijk en luister naar het fragment.
Geef antwoord op de vragen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke drie Nederlandse steden worden genoemd?

Slide 5 - Mind map

"Un dimanche plein de violence. "
Op welke dag vond dit plaats? Op...

Slide 6 - Open question

Er wordt steeds gesproken over "l'émeute". Wat zou dit betekenen?

Slide 7 - Open question

"au moins trente personnes ont été arrêtés". Tenminste 30 mensen zijn....

Slide 8 - Open question

Als straf een "une amende de quatre-vingt-quinze euros". Wat is une amende?

Slide 9 - Open question

Exercice 2 
Kijk en luister mee via de volgende link.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

"Un spectacle d'animaux, sans animaux"
Wat is er bijzonder aan dit circus?

Slide 12 - Open question

Allebei de bezoekers zijn enthousiast over de voorstelling.
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quiz

Maak de zin af:
De dolfijnen in Californië zijn....

Slide 14 - Open question

Over hoe lang wordt het gebruik van echte wilde dieren verboden in Frankrijk?
A
Het is al verboden.
B
Volgende week.
C
Volgend jaar.
D
Ergens in de komende jaren.

Slide 15 - Quiz

Exercice 3
La météo

Slide 16 - Slide

La météo = het weerbericht
Gebruik van het werkwoord FAIRE (= doen, maken).
Il fait beau = het is mooi weer  (NB; il = hier "het")
Il faisait beau = het was mooi weer
Il a fait beau= het is mooi weer geweest
Il fera beau= het zal mooi weer zijn
Il ferait beau= het zou mooi weer zijn

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Aujourd'hui, c'est le ....
A
21 février
B
21 mars
C
23 février
D
23 mars

Slide 20 - Quiz

C'est le printemps dans le/l' ..... de la France, c'est ...... dans le nord.
A
est, l'été
B
ouest, l'hiver
C
nord, l'été
D
sud, l'hiver

Slide 21 - Quiz

Quelles températures fait-il dans ces villes selon la météo?
Paris
Rennes
Nice
Toulouse
9 à 11 degrés
12 degrés
15 degrés
15 à 18 degrés
Le matin=
pluie
L'àprès-midi= nuages
il va pleuvoir (=regenen)
nuages 
(=bewolkt)
le soleil

Slide 22 - Drag question

Wat is waar over Straatsburg?
A
Het ligt in het westen van Frankrijk.
B
Het is er warm.
C
Er is de hele middag veel wind.
D
Het is er 5 graden de hele dag.

Slide 23 - Quiz

In Lyon gaat het 's avonds ....
A
regenen
B
sneeuwen
C
vriezen
D
waaien

Slide 24 - Quiz