2.6 rendement 2e les

P2.6 Rendement
h/v4 - natuurkunde overal
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

P2.6 Rendement
h/v4 - natuurkunde overal

Slide 1 - Slide

Eind van de les kun je;
- uitleggen wat rendement is
- berekeningen maken met rendement
- een energie-stroomdiagram maken en interpreteren

Slide 2 - Slide

Energie-stroomdiagram
In een energie-stroomdiagram zie je welke energie in een apparaat omgezet wordt, en welke energie(en) eruit komen. De dikte van de pijlen zijn maat voor de hoeveelheid energie, de dikte is dus op schaal getekend. 
In onderstaand voorbeeld zie je dat een spaarlamp zuiniger is dan een gloeilamp. 

Slide 3 - Slide

Energie-stroomdiagram
Een lamp zet elektrische energie om in licht en warmte. Licht is in dit geval nuttige energie (Enut), en warmte niet. De elektrische energie die in de lamp omgezet wordt noem je Ein. 

Het deel van de energie die nuttig wordt besteedt noem je rendement 

Slide 4 - Slide

Rendement
Rendement heeft geen eenheid en is een getal tussen de 0 en 1.


                                                                               of                         


Wanneer je de uitkomst vermenigvuldigd met 100, krijg je het antwoord in procenten. 
Let erop dat je dan % als eenheid geeft. 
η=EinEnut
η=PinPnut

Slide 5 - Slide

Rendement


Wanneer je moet rekenen
met rendement,
maak dan altijd een schetsje.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Oefenopgave
Een lamp (230 V, 0.2 A) brandt twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht. Bereken:
- R
- P 
- E
η

Slide 9 - Slide

Antwoorden
Een lamp (230 V, 0.2 A) brand twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht.





 
η=4610=0.22
E=Pt=3,3105J
E=1000462=0,092kWh
P=UI=2300,2=46W
R=IU=0.2230=1,2103Ohm

Slide 10 - Slide

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 11 - Quiz

Vragen?

Slide 12 - Open question

Huiswerk 
par 2.6 opdr 69, 70e, 74 en 76 

Slide 13 - Slide