1HV chapitre 2 verbes ER

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

LESDOELEN

Ik Herhaal standaard zinnen

ik vervoeg werkwoorden die op -er eindigen 
Ik leer grammatica D page 72

Les verbes ER. P72

Doelen:

* Aan het einde van de les kun je de werkwoorden die eindigen op ER vervoegen in de présent (tegenwoordige tijd)

* Kun je een gesprek beginnen en afsluiten

je prépare le repas

1. ik doe boodschappen
2. ik vraag de menukaart
3. ik maak de maaltijd

j'achète les ingrédients

1. ik bak de ingrediënten
2. ik koop de ingrediënten
3. ik was de ingrediënten

Après, je prépare une pizza

1. morgen maak ik een pizza
2. gisteren heb ik een pizza gemaakt
3. straks maak ik een pizza
4. daarna maak ik een pizza

ce soir on mange la pizza

1. vanmiddag eten we pizza
2. straks eten we pizza
3. vanavond eten we pizza
4. morgen eten we pizza

j'invite aussi deux copains

1. ik nodig dan twee vrienden uit
2. ik nodig ook twee vrienden uit
3. ik nodig daarvoor twee vrienden uit

oui, j'adore les fraises

C'est quoi?

Stappenplan

1. Haal ER van het werkwoord af

2. Plak de uitgangen erachter

Let op:

Voor een klinker (a, e, i, o, u, y,) of stomme h verandert je in j’.

J’aime, j’oublie, j’habite

Niet: Je aime, je oublie, je habite

Welk werkwoord eindigend op -er ken jij?

Exemple

Regarder (=kijken)                        Ezelsbruggetje

Je regarde                                         een

Tu regardes                                      eskimo

Il/elle/on regarde                           eet

Nous regardons                             ons

Vous regardez                                ezeltje

Ils/elles regardent                         ent

P.72

Je - trouver

Tu - danser

Elles - demander

Il - parler

Elle - adorer

Vous - écouter

Nous - chercher

Jean - aider

Céline et Sophie - regarder

Hoe zeg je in het Frans 'bedankt en tot ziens'?

Hoe zeg je in het Frans: Alstublieft (als je iets geeft)

Hoe zeg je in het Frans 'Alstublieft' als je iets vraagt?

Tu aimes danser (niet).

Devoirs:

Faire: Exercices 16, 17, 18, 20, 21

Apprendre: begin met het herhalen van de woordenlijsten! (Vanaf p.92)