V6 Literaturgeschichte

1 / 53
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aufklärung (1700 - 1780)
Vernunft
  • Mens centraal, niet God en de kerk
  • Dogma's doorbroken
  • eigen ratio: ontwikkeling van onderwijs en wetenschappen
  • mensen zijn gelijk: afkomst en religie bepalen niet
  • nieuw zelfbewustzijn: handel en burgerij



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Was ist ein Parabel?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Sturm und Drang (1770 - 1786)
  • Gefühl, zurück zur Natur
  • bevrijding van regels en wetten, het hart volgen
  • Drama, Erlebnislyrik, Mord und Freitod


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Was ist eine Personifikation?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Weimarer Klassik (1786 - 1805)
Harmonie von Gefühl und Verstand
  • leren volgens morele regels, kunst moet daarbij helpen
  • leven in harmonie met de natuur
  • geen grote revolutie maar verandering door individu
  • mens in het middelpunt moet de maatschappij bevrijden van fouten en gebreken 
  • opheffen van tegenstellingen



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welches Grundkonflikt wird im Faust behandelt?
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Romantik ( 1795 - 1830)
  • bedrukkende werkelijkheid ontvluchten
  • mensen vervreemd van natuur en de goddelijkheid der dingen
  • focus op Vergangenheit (Natur) en/of Ferne/Zukunft
  • centrale thematiek: Sehnsucht, Traum, religiöses Leben, Phantasie, Natur, das Ursprüngliche, das Ewige
  • ideale tegenwereld bieden naast de werkelijkheid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Geben Sie zwei typische Merkmale für die Epoche der Romantik...
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Poetischer Realismus 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Poetischer Realismus (1850-95) 
  • revolutie is mislukt, afkeer van de Vormärz
  • focus op het burgerlijke leven van alledag
  • gewone mensen, geen politieke thema's
  • sociale intermenselijke conflicten
  • bijzondere gebeurtenissen uitvergroot en geïdealiseerd
  • focus op authenticiteit en niet op opvoeding of fantasie
  • veel romans en novellen


Slide 18 - Slide

Fragen zum Text 
1. Was verändert sich durch die Industralisierung? 

Vooruitgang in de wetenschap en de economie. Een nieuwe laag in de maatschappij ontstaat: de klasse van de slecht betaalde loonarbeiders, het proletariaat. Dat leidt tot conflicten en arbeidsconflicten. 


Slide 19 - Slide

Fragen zum Text 
2. Was ist Gegenstand der Literatur des poetischen Realismus? 

De realiteit van de burgerij. Burgerlijke hoofdpersonen van die tijd in hun omgeving met hun familiaire of maatschappelijke conflicten. 

Slide 20 - Slide

Fragen zum Text 
3. Warum nennt man diesen Realismus poetisch?  

Het poëtisch realisme wil in het alledaagse het bijzondere ontdekken en benadrukken. 

Slide 21 - Slide

Fragen zum Text 
4. Welche literarischen Formen werden bevorzugt und warum? 

De roman en de novelle. In die literaire genres kunnen de thema’s van het burgerlijk alledaags leven het best vormgegeven worden.



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Gruppenarbeit 
Aufgabe 7 Seite 330 
Gruppe 1: Fragen 1, 2
Gruppe 2: Fragen 3, 4
Gruppe 3: Fragen 5, 6 
Gruppe 4: Fragen 7, 8 
Gruppe 5: Fragen 9, 10 

Slide 24 - Slide

Warum nennt man diesen Realismus poetisch?
timer
1:00

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Jahrhundertwende & Moderne (1895- 1930)

Lesen Seite 333 

Beantworte Fragen: 1 bis 5 (10 Minuten) 

Slide 27 - Slide

Antworten 
1. Versnelling van de ontwikkelingen op het gebeid van de wetenschap en techniek, sociale conflicten, optimisme versus eindtijdstemming.
2.  De kunst moet autonoom worden en niet tegemoetkomen aan doelen die daarbuiten liggen.
3.  Expressionisme: Komt in opstand met schreeuwende kleuren en vertrokken perspectieven tegen de kijkgewoontes van de burgerlijke wereld. Het hectische leven in de grote stad en de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) met de miljoenen doden en gewonden zijn centrale thema’s.
Dadaïsme: De dadaïsten rebelleren tegen maasschappelijke en artistieke conventies met hun zogenaamde Anti-Kunst. Ze werken met shock, chaos en schandaal. Ze vernietigen de traditionele kunstvormen en vermengen eerder streng gescheiden artistieke middelen zoals poëzie, kunst, film en muziek.
Kubisme: Voltrekt de overgang naar abstracte kunst.
4. Expressionisme: Alfred Wolkenstein, Jakob van Hoddis; Dadaismus: Kurt Schwitters, Hugo Ball
5.  Nieuwe zakelijkheid: zakelijk, nuchter observerend. Vertegenwoordigers: Bertolt Brecht, Erich Maria Remarque.

Slide 28 - Slide

Jahrhundertwende & Moderne (1895- 1930)

  • Erster Weltkrieg
  • soziale Konflikte
  • Endzeit oder Fortschritt
  • Impressionismus (losmaken van de werkelijkheid), 
  • Expressionismus : schreiende Farben ,verrückte Perspektieve, Dadaismus: Anti-Kunst
  • Neue Sachlichkeit: sachlich, beobachtend, nüchtern

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Jahrhundertwende & Moderne (1895- 1930)

Fragen zum Gedicht: 

Gruppe 1 und 2: Aufgabe 2.1, 2.2, 2.3 
Gruppe 3 und 4: Aufgabe 3.1, 3.2, 3.3
Gruppe 5 und 6: Aufgabe 5.1, 5.2, 5.3 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Im Westen nichts Neues (1929) 
ALGEMENE INFO: "Van het westelijk front geen nieuws" is een boek van Erich Maria Remarque, een Duitse veteraan van de Eerste Wereldoorlog, over de gruwelen en de zinloosheid van oorlog. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in januari 1929. Het is twee keer verfilmd, in 1930 en 1979. 
 De film die volgt, is de verfilming uit 1979. De film vertelt het verhaal van Paul Baumer, die diende in het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Paul Baumer is een Duitse student die veel van tekenen houdt. Baumer tekent vooral vogels. De Eerste Wereldoorlog is echter aan de gang, waardoor er geen plaats is voor kunst. Omdat Pauls klas bijna afgestudeerd is, moedigt hun leraar hen aan om dienst te nemen in het leger. Heel Pauls klas doet dit. Ze denken dat het leger alleen maar gezellig is en kort duurt maar al gauw blijkt het een hel te zijn...................

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Todesfuge 
Wie wirkt das Gedicht auf dich? 

Was vermutest du, worum könnte es gehen? 

Slide 38 - Slide

Nationalsozialismus, Nachkriegsliteratur (1930 -1967)

Die Nationalsozialisten verwandeln die Weimarer Republik in eine Dikatur -> 
  • Innere Emigration und 
  • Exilliteratur




Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Nachkriegsliteratur (1)
  • Abrechnung mit dem Faschismus 
  • Aufbau einer sozialistischen Gesellschaft

DDR:
  • formale Experimente sind dekadent, 
  • normale Menschen als Helden des Alltags , Optimismus und sozialistisches Selbstbewusstsein

Slide 42 - Slide

Gruppenarbeit 
Fragen zum Gedicht: Todesfuge S.343 beantworten
Aufgabe 3 
Gruppe 1  1, 2, 3 
Gruppe 2  4, 5, 6 
Gruppe 3  7, 8 
Gruppe 4 9, 10 

Slide 43 - Slide

Nachkriegsliteratur (2)
Westdeutschland:

  • Trümmerliteratur: analytisch, knapp, deutlich
  • Gruppe 47: Plattform zur Erneuerung der deutschen Literatur

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Kalter Krieg (1949 - 1989)
Deutschland in zwei Staaten verteilt
  • Politische Entwicklung der Nachkriegsgesellschaft
  • Umgang mit dem Nationalsozialismus

BRD:
  • Nazi-Vergangenheit, Selbstzufriedenheit der Nachkriegsgesellschaft, politische Unruhen

Slide 46 - Slide

Kalter Krieg (2)
DDR:
  • Bekenntnis zum Sozialistischen Realismus: Vorgaben folgen und Aufbau des Staates schildern
  • Widersprüche des Systems ansprechen
  • Zensur, verschlüsselte Formen des Schreibens, Untergrundliteratur
Tekst

Slide 47 - Slide

Kalter Krieg (3)
Postmoderne:
  • Verwendung von Zitaten
  • Remix
  • Intertextualität

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Gegenwartsliteratur (ab 1989)
Wendeliteratur
  • Erfahrungen der ostdeutschen in der Dikatatur
  • Problematik der deutschen Wiedervereinigung
  • Migrantenliteratur: Probleme zwischen zwei Kulturen
  • Deutscher Alltag, Themen wie Sicherheit und Freiheit
  • Internet als Experimentierfeld: Blogs, Poetry Slam, E-Mail-Roman

Slide 50 - Slide

Merkmale der Romantik:
timer
1:00

Slide 51 - Open question

Merkmale der Aufklärung?
timer
1:00

Slide 52 - Open question

Künstlerische Strömungen der Moderne?
timer
1:00

Slide 53 - Open question