2024-10-15 Examentraining Spreken (OWR B1)

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1-4

Examentraining Spreken Programma I

Ik kan vertellen wat ik bij het examen Spreken B1 moet doen.

Ik kan adequate en grammaticaal goede antwoorden geven.

Ik kan de juiste woorden gebruiken tijdens het spreken.

Voorbereiden

Opdracht: Bespreek in duo's:

- Wat weet je al over het examen Spreken B1?

- Op welke punten word je beoordeeld?

- Welke taalhandelingen komen vaak in het examen voor? 

- Welke handige woorden of zinnen ken je bij de taalhandelingen? 

Voorbeeld taalhandeling: een mening geven

Handige woorden / zinnen: Ik vind ... / Volgens mij ...

Voorbereiden

Informatie over het examen Spreken B1:

• Je maakt het examen op de computer
• Je praat via een microfoon
• Het examen duurt ongeveer 30 minuten
• Deel 1: 8 korte spreekopdrachten (20 seconden spreektijd)
• Deel 2: 8 middellange spreekopdrachten (30 seconden spreektijd)
• Je hoort een pieptoon en je begint met spreken
• Als de spreektijd om is, hoor je weer een pieptoon
  
• Je mag geen woordenboek gebruiken

Beoordeling examen spreken B1

Korte opdrachten:

• Preconditie
• Inhoud
• Woordvorming en zinsvorming (grammatica)
• Woordkeus

Middellange opdrachten:

• Preconditie
  
• Inhoud
  
• Woordvorming en zinsvorming (grammatica)
  
• Woordenschat
  
• Uitspraak
• Tempo

Het spreekexamen

In het filmpje krijg je informatie over het spreekexamen B1:

xLhv&index=5https://www.youtube.com/watch?v=HENFNrqzMLQ&list=PLwL623qhY06ZKrdz77fpk73GlqTG-xLhv&index=5

Voorbereiden

Deze taalhandelingen komen vaak in het examen voor:

- een mening geven

- een advies geven

- een instructie geven

Er komen soms ook andere taalhandelingen in het examen voor, zoals:

- ergens over klagen

- een beleefde vraag stellen

- informatie / een omschrijving geven

Opdracht: Ergens over klagen

Bespreek met elkaar:

- In welke situaties heb jij wel eens geklaagd?

- Hoe ging dat?

- Welke woorden en zinnen kun je gebruiken om te klagen.

Voorbereiden

Taalhandeling: 

Ergens over klagen

Handige zinnen: 

• Ik heb een klacht over ... 
• Ik ben niet tevreden over … 
• Ik vind ... niet goed 

Waarom? Gebruik want of omdat.

Opdracht: Ergens over klagen

Bespreek opdracht 1, 2 en 3 met elkaar: Vooruit p. 38/39

- Wat ga jij zeggen in deze situaties?

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken

Opdracht: Instructie geven

Bespreek met elkaar:

- In welke situaties heb jij wel eens instructie gegeven?

- Hoe ging dat?

- Welke woorden en zinnen kun je gebruiken om instructie te geven?

Voorbereiden

Taalhandeling: 

Een instructie geven

Handige zinnen: 

• Je moet (signaalwoord) ...
• (Signaalwoord) moet je ...

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot

                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Opdracht: Instructie geven

Bespreek opdracht 4 en 5 met elkaar: Vooruit p. 40-41

- Wat ga jij zeggen in deze situaties?

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken

Opdracht: Instructie geven

Bespreek opdracht 1.2 en 3 met elkaar: Vooruit p. 70/71

- Wat ga jij zeggen in deze situaties?

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken

Opdracht: Advies geven

Bespreek met elkaar:

- In welke situaties heb jij wel eens advies gegeven?

- Hoe ging dat?

- Welke woorden en zinnen kun je gebruiken om advies te geven?

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een advies geven

Handige zinnen: 

• Als ik jou was, zou ik ...
• (Signaalwoord) zou ik ... 
• Ik adviseer je om ... te ...

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot

                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Opdracht: advies geven

Bespreek opdracht 6 met elkaar: Vooruit p. 41

- Wat ga jij zeggen in deze situaties?

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken

Opdracht: Een voorstel doen / Je mening geven

Bespreek met elkaar:

- In welke situaties heb jij wel eens je mening gegeven / een voorstel gedaan?

- Hoe ging dat?

- Welke woorden en zinnen kun je gebruiken om je mening te geven / een voorstel te doen?

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een mening geven

Handige zinnen:

Ik vind ...

Volgens mij ...

Ik denk dat ...

Ik vind dat ...

Waarom? Gebruik want of omdat.

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een voorstel doen

Handige zinnen:

• Zullen we / Zal ik ...
• Ik wil graag ...
• Ik denk dat ... 
• Ik vind dat ... 

Waarom? Gebruik want of omdat.

Opdracht: Je mening geven / Een voorstel doen

Bespreek opdracht 4 t/m 7 met elkaar: Vooruit p. 72

- Wat ga jij zeggen in deze situaties?

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken

Extra opdrachten

Maak de extra opdrachten:

- Spreek de antwoorden in op je telefoon.

- Bespreek je antwoorden met een andere student.

- Geef elkaar feedback.

Klassikaal nabespreken.

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een beleefde vraag stellen

Handige zinnen: 

• Zou je ... willen ... ? 
• Zouden jullie ... willen / kunnen ... ?

Voorbereiden

Taalhandeling:

Informatie / een omschrijving geven

Handige zinnen:

Om te beginnen ... had ze blond haar.

Daarnaast .... droeg ze een roze jas.

Bovendien ... had ze een groene pet op. 

Signaalwoorden: - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Spreken in groepjes

Opdracht: Werk samen in je groepje en bespreek welk antwoord je kunt geven

Let op:

• De inhoud moet adequaat zijn 
• Let op woordvolgorde, werkwoordvervoegingen, tijden etc. 
• Welke woordenschat ken je? 

Daarna bespreken we de opgave klassikaal

Examenopgaven printen 

Examentraining Spreken Programma I

Ik kan vertellen wat ik bij het examen Spreken B1 moet doen.

Ik kan adequate en grammaticaal goede antwoorden geven.

Ik kan de juiste woorden gebruiken tijdens het spreken.

Wat is voor jou nog een belangrijk aandachtspunt bij het spreken? Wat wil / moet je nog verbeteren?