4.3 Internationale samenwerking

Blz. 146

4.3 Internationale samenwerking
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blz. 146

4.3 Internationale samenwerking

Slide 1 - Slide

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Na welke oorlog werd de Europese Unie opgericht?
A
Eerste Wereldoorlog
B
Tweede Wereldoorlog
C
Koude Oorlog

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel landen zitten er momenteel in de Europese Unie?
A
18
B
24
C
27
D
32

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk land zat niet in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal?
A
Duitse Bondsrepubliek
B
Groot-Brittannië
C
Italië
D
Luxemburg

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht?
A
1945
B
1946
C
1952
D
1957

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke mening hebben de meeste Nederlanders over de Europese Unie?
A
De meeste Nederlanders willen dat Nederland uit de Europese Unie stapt.
B
De meeste Nederlanders willen dat de Europese Unie meer zeggenschap krijgt
C
De meeste Nederlanders zijn gematigd en zien zowel de voordelen als de nadelen van de Europese Unie.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen onderdeel van de Europese Unie?
A
Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal
B
Een Europees leger
C
Een grondslag van solidariteit
D
Europese klimaatdoelen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak worden Europese verkiezingen gehouden?
A
Elke drie jaar
B
Elke vier jaar
C
Elke vijf jaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

1: Het dagelijks bestuur van de EU is......
2: De burgers van Europa kiezen elke 5 jaar het.....
A
1: Europese commissie 2: Europees Parlememt
B
1:Europees Parlement 2: Europese commissie
C
1:Europese Staten 2: Europese Kamer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is de Verenigde Naties opgericht?
A
1945
B
1948
C
1949
D
1955

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is Nederland lid van de Verenigde Naties?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste doel van de Verenigde Naties?
A
Hongersnoden tegengaan
B
Oorlogen voorkomen
C
Handel drijven
D
Natuurrampen voorkomen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De Verenigde Naties is een .... ?
A
organisatie van bijna alle landen van de wereld die opkomt voor vrede en veiligheid.
B
organisatie van bijna alle landen van de wereld die streeft naar afschaffing van landsgrenzen.
C
organisatie van bijna alle landen van de wereld die wereldwijd voetbaltoernooien organiseert.
D
organisatie van bijna alle landen van de wereld die opkomt voor bescherming van zeldzame dieren.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke organisatie zet zich in voor mensenrechten?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende rechten is geen mensenrecht?
A
Het recht op liefde
B
Het recht op onderwijs
C
Het recht op rust en vrije tijd
D
Het recht op een nationaliteit

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk mensenrecht wordt geschonden bij martelen?
A
Recht 1: We zijn allemaal vrij en gelijkwaardig.
B
Recht 5: Niemand heeft het recht ons te kwellen of te folteren.
C
Recht 8: We hebben het recht op een eerlijke behandeling door eerlijke rechtbanken.
D
Recht 19: We hebben het recht te zeggen wat we denken.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk mensenrecht wordt geschonden bij oneerlijke rechtspraak?
A
Recht 1: We zijn allemaal vrij en gelijkwaardig.
B
Recht 5: Niemand heeft het recht ons te kwellen of te folteren.
C
Recht 8: We hebben het recht op een eerlijke behandeling door eerlijke rechtbanken.
D
Recht 19: We hebben het recht te zeggen wat we denken.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk mensenrecht wordt geschonden als mensen niet mogen zeggen wat zij willen?
A
Recht 1: We zijn allemaal vrij en gelijkwaardig.
B
Recht 5: Niemand heeft het recht ons te kwellen of te folteren.
C
Recht 8: We hebben het recht op een eerlijke behandeling door eerlijke rechtbanken.
D
Recht 19: We hebben het recht te zeggen wat we denken.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk

Maak 4.4 opdracht 1 t/m 5

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Blz. 146

4.3 Internationale samenwerking

Slide 22 - Slide

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Aan het werk

Maken 4.3 opdracht 1 t/m 9

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions