brandwonden


Brandwonden

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson


Brandwonden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Kenmerken 1e graads

  • Geen wond, dus de huid is niet stuk 
  • Soms wat opgezwollen 
  • Rood en/of roze 
  • Droog 
  • Prikkelend tot pijnlijk

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Wat is een brandwond?
Een brandwond is een gedeeltelijke of een volledige beschadiging van de huid die wordt veroorzaakt door inwerking van warmte, een chemische stof of elektriciteit gedurende een bepaalde tijd, boven een bepaalde temperatuur.

Slide 6 - Slide

Oorzaken van brandwonden 
  • Zonverbranding: Geen wond maar een ontstekingsreactie van de huid 
  • Hete vloeistofverbranding: Een blaar of een zeer pijnlijke wond door bijvoorbeeld een ongeluk met een kop thee 
  • Contactverbranding: Een blaar of een zeer pijnlijke wond door het aanraken van een heet voorwerp 
  • Vuur / vlamverbranding: Een (diepe) wond door contact met een (steek)vlam 
  • Verbranding door elektriciteit: (diepe) wonden door de inwerking van elektriciteit 
  • Chemische verbranding: Een wond door de inwerking van een chemische stof

Slide 7 - Slide

Einde les 1

Slide 8 - Slide

Waarom zijn brandwonden gevaarlijk? 

De huid is een orgaan met veel functies zoals warmte en vocht in het lichaam houden en kou en bacteriën erbuiten. Door een brandwond worden deze functies ernstig aangetast of vervallen helemaal. Veel vochtverlies kan leiden tot shock, onderkoeling kan makkelijker optreden, kapotte blaren vormen een groot gevaar op infectie en het risico op tetanus is bij brandwonden aanwezig.

Slide 9 - Slide

3 lagen  huid.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

opperhuid
hoornlaag: dode cellen die verhard de bovenste laag vormen van de huid.

kiemlaag: levende delende cellen die voor nieuwe stukken huid zorgen--> hoornlaag

Slide 12 - Slide

lederhuid
hierin liggen de meeste zintuigcellen.

warmtezintuigen, koudezintuigen, drukzintuigen, tastzintuigen en pijnpunten.

Slide 13 - Slide

onderhuid
hier ligt het vet en de haarzakjes.
 
om de haarzakjes zitten talgklieren om de haren vettig te houden maar ook de hoornlaag.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

1e graads verbranding
De (opper)huid is van kleur veranderd. 
De verbranding is droog, kan pijnlijk zijn en is soms wat opgezwollen. 

Een eerstegraads verbranding ontstaat wanneer je bijvoorbeeld te lang onbeschermd in de zon hebt gezeten. De huid is niet stuk en daarom noemen we het geen brandwond, maar een verbranding. Een eerstegraads verbranding kan erg pijn doen.

Slide 16 - Slide

2e graads verbranding
Bij tweede graads verbranding spreken we wel over een brandwond. 
De huid is op die plek zijn functie enigszinds verloren.
Tweede graads brandwonden zijn rood van kleur, zijn nat en er kunnen blaren te zien zijn. In deze blaren zit bloedplasma. Dit is een reactie van de huid om de warmte kwijt te kunnen. Tweede graads brandwonden zijn zeer pijnlijk. Na herstel van tweede graads brandwonden kunnen littekens over blijven. Rondom tweede graads brandwonden kun je eerste graads verbranding vinden.

Slide 17 - Slide

Kenmerken 2e graads
  • Glanzend rood, roze. 
  • De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid
  • Nat
  • Blaren
  • Pijnlijk

Slide 18 - Slide

3e graads verbranding
Derde graads brandwonden zijn de diepste brandwonden. Alle huidlagen zijn beschadigd en de huid is op die plek zijn functionaliteit volledig verloren. Derde graads brandwonden zijn wit of zwart van kleur, droog en niet pijnlijk. De kleur is afhankelijk van de manier van verbranden. Door bijvoorbeeld heet water ontstaat een witte brandwond (koken). Bij verbranding door vuur of een chemische stof ontstaan zwarte brandwonden (verkolen). Dit is makkelijk in te beelden door te denken aan kipfilet. Kook je dit in water wordt het wit. Leg je de kipfilet te lang op de barbeque dan wordt het zwart.

Slide 19 - Slide

Kenmerken 3e
  • Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel. 
  • Wit, beige tot donkerbruin. 
  • Droog, leerachtig. 
  • Nauwelijks pijnlijk. 
  • Is stug.

Slide 20 - Slide

Wat moet je doen bij een 1e graads verbranding?

  • Eerst water, de rest komt later!
  • Verwijder zoveel mogelijk kleding en sieraden rondom de wond.
  • Koel de brandwond met bij voorkeur lauw water. 
  • Koel op zijn minst 10 minuten.

Slide 21 - Slide

Waar moet je op letten: 
Laat water uit de kraan of beker niet direct op de wond vallen maar net erboven zodat het water over de wond stroomt. Zo kun je de huid of blaren niet kapot maken.

Koel met handwarm leidingwater. Heb je dit niet dan is alles waarmee gekoeld kan worden goed (zelfs slootwater).
Smeer bij brandwonden waarmee je naar professionele hulp gaat niks op de wond. Dit kan het uiterlijk van de wond beïnvloeden en beoordeling moeilijker maken. De enige uitzondering daarop zijn brandwonden gels.

Laat blaren heel. Hoe groot of vervelend ze ook zijn, laat eerst een arts oordelen.
Kleding die vast zit aan of in de wond mag je niet verwijderen. Ook dit laat je aan een arts over. (Uitzondering: chemische brandwonden)

Bij inademing van een hete lucht of gas bestaat de kans op beschadiging aan de luchtweg. Dit kan voor ademhalingsproblemen zorgen omdat de luchtwegen op kunnen zwellen. Maak strakke boorden en dergelijke los. Leg een slachtoffer niet plat maar halfzittend.

Slide 22 - Slide

Daarna
Eerste graads zonnebrandwond:
Aftersun smeren

Slide 23 - Slide

Daarna bij tweede of derde graads brandwonden:

  • Blaren niet stuk maken.
  • Gebruik eventueel een brandgel (watergel, burnshield). Geen andere huismiddeltjes!
  • Dek de wond losjes af met een dekverband (of theedoek of andere schone doek).
  • Ga naar een huisarts of, bij grote of bijzondere brandwonden, bel 112.

Slide 24 - Slide