13 id oorlog, afl. 12, bevrijding

13 in de oorlog, aflevering 12.
Bevrijding
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

13 in de oorlog, aflevering 12.
Bevrijding

Slide 1 - Slide

Video
Op de volgende pagina  vind je aflevering 12 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 2 - Slide

Doel van de les
- Je weet welk gedeelte van Nederlands het eerst bevrijd is. 

- Je weet op welke datum heel Nederland bevrijd is.

- Je weet waar de capitulatie van Duitsland is afgesproken.

- Je vertelt  wat er na de bevrijding op De Dam is gebeurd.

Slide 3 - Slide

8

Slide 4 - Video

01:08
In welke provincie komen de bevrijders Nederland binnen?
A
Noord-Brabant
B
Limburg
C
Zeeland
D
Friesland

Slide 5 - Quiz

01:44
Uit welke landen komen de legers die Nederland bevrijden?
A
Amerika, Denemarken en Rusland
B
Rusland, Frankrijk en Marokko
C
Canada, Engeland en Amerika (VS)
D
Amerika (VS), Engeland en Rusland

Slide 6 - Quiz

01:51
Bij welke Nederlandse stad stagneert/mislukt de opmars van de bevrijders?

Slide 7 - Open question

03:45
De jonge soldaat praat over een wonderwapen.
Wat bedoelt hij daarmee?
A
De Tank
B
De atoombom
C
De inzet van hele bevolkinsgroepen.
D
De vliegende bom (V1)

Slide 8 - Quiz

04:08
Op welke stad wordt de V1 afgevuurd?
A
Den Haag
B
Parijs
C
Washington
D
Londen

Slide 9 - Quiz

04:57
Het lukt de Engelsen steeds beter de V1 onschadelijk te maken. Wat was de reactie van de Duitsers hierop?

Slide 10 - Open question

06:31
Eind april 1945 hebben de ....... bijna heel ........ veroverd.
(welke twee woorden moet je invullen?)
A
Japanners, Tokio
B
Russen, Berlijn
C
Amerikanen, Parijs
D
Russen, Moskou

Slide 11 - Quiz

07:14
Wat gebeurde er met Hitler toen hij zich realiseerde dat hij de oorlog verloren had.

Slide 12 - Open question

Video
Op de volgende pagina  vind je het tweede stuk van 
aflevering 12 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 13 - Slide

10

Slide 14 - Video

Doel van de les
- Je weet welk gedeelte van Nederlands het eerst bevrijd is. 

- Je weet op welke datum heel Nederland bevrijd is.

- Je weet waar de capitulatie van Duitsland is afgesproken.

- Je vertelt  wat er na de bevrijding op De Dam is gebeurd.

Slide 15 - Slide

00:19
Waarom vinden de onderhandelingen voor de bevrijding van Nederland in Wageningen plaats?
A
Wageningen had een mooi hotel.
B
Iedereen was daar aanwezig.
C
Wageningen lag centraal in Europa.
D
Wageningen precies tussen de legers van de Canadezen en de Duitsers ligt.

Slide 16 - Quiz

01:23
Welke belangrijke Nederlander zit ook aan de tafel bij de onderhandelingen en waarom zit hij daarbij?
A
Prins Claus, omdat hij de vader is van onze huidige koning.
B
Prins Willem Alexander, omdat hij later onze koning wordt.
C
Prins Bernhard omdat hij goed Duits en Engels spreekt.
D
Prins Bernhard, omdat hij tijdens de oorlog de baas is van het Nederlandse leger.

Slide 17 - Quiz

02:10
Welke Radio zender maakt het grote nieuws , dat Nederland weer een vrij land is, bekend?
A
Radio 538
B
QMusic
C
Radio Oranje
D
3FM

Slide 18 - Quiz

02:25
Wat betekent gecapituleerd?

Slide 19 - Open question

05:02
Wat gebeurde er met de landverraders?
A
Ze werden gearresteerd door de buitenlandse soldaten.
B
Ze werden geslagen, belachelijk gemaakt, kaal geschoren, hakenkruis op het hoofd geverfd.
C
Ze werden te werk gesteld op boerderijen.
D
Ze moesten verhuizen naar Duitsland.

Slide 20 - Quiz

07:24
Wat namen de bevrijders zoal mee?
A
Chocola, tandpasta, sigaretten
B
Pen, papier, gum
C
Brood, crackers, toastjes
D
Coca Cola, kauwgom, vlees in blik

Slide 21 - Quiz

07:44
Wat is voor de volwassenen het symbool van de vrijheid?

Slide 22 - Open question

09:14
Heel Nederland vierde feest. Zo ook op de Dam in Amsterdam op 7 mei 1945. Wat gebeurde daar tijdens het feesten?

Slide 23 - Open question

11:09
Wat gebeurt er met het Duitse leger?
A
Ze werden beschoten.
B
Ze moesten de spullen inleveren en werden naar huis gebracht.
C
Ze moesten de spullen inleveren en gingen op de fiets naar huis.
D
Ze moesten de spullen inleveren en lopend naar huis.

Slide 24 - Quiz

11:36
Wat is er ieder jaar op 4 mei?

Slide 25 - Open question

Einde

Slide 26 - Slide