H1: Natuurwetenschappen 1.1 M2A les 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

NaSk

Hoofdstuk 1

Natuur en scheikunde

Lesprogramma

1. Terugblik
2. Leerdoelen
3. Instructie (uitleg)
4. Huiswerk
5. Nabespreking
6. Afsluiting 

     Terugblik

Wat is Nask?

H1 Natuur en scheikunde

1.1 Een nieuw vak

1.2 Onderzoeken

1.3 Practicum

Leerdoelen H1.1

1. Je kunt beschrijven waar de vakken nask en biologie over gaan. 
2. Je kunt het verschil benoemen tussen een stof en een materiaal.
3.  Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie (uitleg)

Natuurwetenschappen:

• Natuurkunde: niet-levende natuur & tijdelijke verandering
• Scheikunde: niet-levende natuur & blijvende verandering

• Biologie: levende natuur

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering

Instructie (uitleg)

Natuurwetenschappen:

• Onderzoeken hoe de wereld werkt.
• Levende en niet-levende natuur
• Natuurverschijnselen verklaren en voorspellen (Hoe kan dat? Waarom gebeurt dat?)

Instructie

Stof

Waar iets van gemaakt is.

Materiaal

Een stof die de mens gebruikt om een product van te maken.

Instructie

Verandering van stoffen:

• Toestand

Water wordt ijs wanneer het bevriest en ijs wordt weer water als het smelt.  Je kunt het weer terug veranderen. (Natuurkunde)

• Totaal andere stof

Wanneer je hout verbrand, wordt het as. Dit kun je niet meer terug veranderen. (Scheikunde)

Instructie (uitleg)

Veranderingen

• Stoffen in de wetenschap kunnen veranderen. 
• Als je een staaf metaal verhit dan smelt deze.
• Als je water heel koud maakt bevriest het.
• Als je hout verbrand dan verandert het in houtskool.

Sommige veranderingen zijn permanent, andere tijdelijk.

Wat is dit voor verschijnsel?
(Bliksem)

1. Natuurkunde
2. Biologie
3. Scheikunde

Wat is dit voor verschijnsel?
(Roest)

1. Natuurkunde
2. Biologie
3. Scheikunde

Oefenopgave 1

Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?

A. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in zowel de natuur als door de mens

B. Economie is een natuurwetenschap

Oefenopgave 2

Bij welke natuurwetenschap horen de volgende verschijnselen?

A. Een magneet trekt ijzer aan

B. Een zonnebloem wordt heel snel groot

C. Bij het barbecueën wordt houtskool verbrand

Aan de slag!

Paragraaf 1.1

Opdracht 1 t/m 11

Ik snap de leerdoelen:

1. Je kunt beschrijven waar de vakken nask en biologie over gaan.
2. Je kunt het verschil benoemen tussen een stof en een materiaal.
3. Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje....

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Wat is het verschil tussen biologie en natuurkunde?

Afsluiting

We weten wat:

• Natuurkunde
• Scheikunde
• Biologie

• Wat het verschil is tussen een stof en een materiaal
• Wat het verschil is tussen natuur en scheikunde

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

1. Maak de opdrachten af van paragraaf 1.1  (opdracht 1 t/m11)

2. Lees paragraaf 1.2