Week 21

Hello!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hello!

Slide 1 - Slide

Today's goal
I will know how to use the Past Simple

Slide 2 - Slide

What did we do / talk about last lesson?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

What are we going to do today?
  • Proefwerk
  • Word Practice. 
  • Past Simple

Slide 4 - Slide

Oefentoets 

Slide 5 - Slide

Proefwerk -  Maandag 1 maart 
 Leer bladzijde 80 t/m 85
  • woorden  (EN-NL & NL-EN
  • zinnen
  • grammatica
  • Bezit 's of '
  • Trappen van vergelijking
  • Past Simple (verleden tijd)

Slide 6 - Slide

Words
Words
Words

Slide 7 - Slide

Geef de vertaling van het woord: on time

Slide 8 - Open question

Geef de vertaling van het woord: railway station

Slide 9 - Open question

Geef de vertaling van het woord: de bus nemen

Slide 10 - Open question

Geef de vertaling van het woord: accident

Slide 11 - Open question

Geef de vertaling van het woord: probably

Slide 12 - Open question

Past Simple

Slide 13 - Slide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 14 - Quiz

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 15 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 16 - Slide

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 17 - Open question

Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 18 - Slide

 Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 19 - Slide

Geef de Past Simple:
I... (live) in Germany.
A
liveed
B
living
C
lived
D
have living

Slide 20 - Quiz

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 21 - Slide

They ....... (go) home after school yesterday.

Slide 22 - Open question

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 23 - Slide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 24 - Slide

(+) You wrote a nice review about ZipWorld.
(-)...
(?)...

Slide 25 - Open question

(+) ...
(?) Did she find a cheap ticket on a website?
(-) ...

Slide 26 - Open question

HOMEWORK
Dinsdag: 

Leer voor het proefwerk
Oefentoets

Slide 27 - Slide