This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Antwoorden thuiswerkles besproken
tijd in de les om te leren voor het S.O.
Oefenen met leesvaardigheid
Starten met hs 4 'reading'
Hoe pak ik het lezen van een (Engelse) tekst aan?
Engels
14-10-20
Thuiswerkles
Doorloop de dia's en geef antwoord op de vragen
Maak de opdrachten in het boek
Hoe ging het? (laatste (groene dia).
S.O. woorden + zinnen hs/lesson 2+3
Slide 1 - Slide
Welke stappen neem je om een tekst te behandelen?
Slide 2 - Open question
Hoe lees ik een (Engelse) tekst?
Kijk naar het uiterlijk van de tekst (plaatjes/ titel/tussenkopjes)
Wat weet ik nu al?
Lees de tekst
Tip: kom je een woord tegen dat je niet kent, lees even verder. De volgende zinnen geven misschien genoeg informatie om de tekst alsnog te kunnen begrijpen. Als dat niet zo is, zoek het woord dan op in een woordenboek.
Slide 3 - Slide
Even oefenen...
Volgende dia is een link naar website met een artikel
Klik op de website en open deze in een nieuw venster/tabblad
Bekijk de foto/ titel en tussenkopjes
Beantwoordt de vraag in de volgende dia
Er zijn 9vragen om te beantwoorden over de tekst
Slide 4 - Slide
https:
Slide 5 - Link
Waar gaat de tekst over?
Slide 6 - Open question
Hoeveel tussenkopjes heeft deze tekst?
Slide 7 - Open question
In welk jaar werd voor het eerst World Animal gevierd?
A
2020
B
1925
C
1952
D
2003
Slide 8 - Quiz
In welke stad werd voor het eerst World Animal Day gevierd?
A
United Kingdom
B
Duitsland
C
Berlijn (Berlin)
D
Londen (London)
Slide 9 - Quiz
Waarom werd de eerste World Animal Day georganiseerd?
Slide 10 - Open question
Noem 1 reden uit de tekst waarom het belangrijk is om World Animal Day te blijven vieren?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Open question
Fun Fact: Flamingo's zijn van nature roze
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 13 - Quiz
Fun Fact: Het hart van een garnaal zit in zijn hoofd
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 14 - Quiz
Aan de slag
Pak je Engelse werkboek erbij
Ga naar Unit 1, Lesson/hs 4 Reading
Maak opdracht 1,2,3
Tip: kijk in de woordenlijst van deze Unit als je de woorden van opdracht 3 niet kent.