This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lezen 1.3 les 2 theorie
Welkom!
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je..
Hoe een alinea opgebouwd is,
Wat de functies van de inleiding, middenstuk en slot zijn,
Wat tekstverbanden zijn,
Wat signaalwoorden zijn.
Slide 3 - Slide
Opbouw alinea
Een alinea bestaat uit 2 delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin
In een kernzinzet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen. Uitleg, toelichting of voorbeeld.
Een kernzin is vaak deeerste, tweedeof de laatstezin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Kernzinnen vinden
Bedenk wat is het (deel)onderwerp van de alinea / het tekstgedeelte.
Bedenk wat de schrijver eigenlijk wil vertellen over het (deel)onderwerp.
Lees de eerste, tweede en laatste zin van de alinea.
Bedenk welke zin het beste past bij je antwoorden op vraag 1 en 2.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Functie inleiding (1)
Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
om het onderwerp te benoemen
om deaanleiding te geven (waarom is deze tekst geschreven)
om de centrale vraag te stellen, die later beantwoord wordt
Slide 8 - Slide
Functies inleiding (2)
Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
om een mening te geven, die later beargumenteerd wordt (bij een betoog)
om alvast een samenvatting van de inhoud te geven
om een persoon/personen te introduceren
Slide 9 - Slide
Wat is de functie van de inleiding?
A
Een centrale vraag stellen
B
Een mening geven
C
Het onderwerp benoemen
D
Een persoon introduceren
Slide 10 - Quiz
Functie inleiding Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. De hele school praat erover en vraagt zich af hoe dit kon gebeuren. De kranten zullen er morgen vol mee staan. Zo’n groot schandaal als dit, heeft nog nergens plaatsgevonden.
A
Aanleiding van de tekst wordt genoemd
B
Samenvatting
C
Voorbeelden bij het onderwerp
D
Er wordt iets verteld over de opbouw
Slide 11 - Quiz
Functie inleiding Tijdens de herfstvakantie kun je in elke sporthal mini-lessen volgen. Er worden minilessen gegeven door gediplomeerde sporters. Op de site van elke sporthal vind je welke sporten er in zoal gegeven gaan worden.
A
Aanleiding van de tekst wordt genoemd
B
Samenvatting
C
Voorbeelden bij het onderwerp
D
Er wordt iets verteld over de opbouw van de tekst.
Slide 12 - Quiz
Functies slot
Slot kan verschillende functies hebben:
een conclusie of samenvatting geven
een advies of waarschuwing geven
een toekomstverwachting uitspreken
Te herkennen aan signaalwoorden: dus, kortom, kort gezegd, al met al, hieruit blijkt, concluderend, tot slot........
Slide 13 - Slide
Lees het slot. Wat is de functie van het slot?
A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven
D
een toekomstverwachting geven
Slide 14 - Quiz
Welke functie heeft het slot?
A
Een toekomstverwachting geven
B
Korte samenvatting is gegeven
C
Er is antwoord gegeven op een vraag
D
Er wordt een conclusie gegeven
Slide 15 - Quiz
Als er 'dus' in het slot staat, wat zal dan waarschijnlijk de functie van het slot zijn?