DUITSLAND Quiz laatste les voor keuze

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, g, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 1 - Quiz

.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace

Slide 2 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Duitsland ongeveer?
A
77 miljoen
B
82 miljoen
C
91 miljoen
D
103 miljoen

Slide 3 - Quiz

Hoeveel mensen in Europa hebben Duits als moedertaal?
A
100 miljoen
B
82 miljoen
C
90 miljoen
D
120 miljoen

Slide 4 - Quiz

Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
bretzel

Slide 5 - Quiz

Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 6 - Quiz

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9

Slide 7 - Quiz

Hoeveel provincies (= Bundesländer) heeft Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10

Slide 8 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 9 - Quiz

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 10 - Quiz

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 11 - Quiz

Wie is/was NIET getrouwd met een Duitser?

A
Koningin Juliana
B
Koningin Beatrix
C
Koningin Wilhelmina
D
Koning Willem-Alexander

Slide 12 - Quiz

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn
D
Autoweg

Slide 13 - Quiz

Welk gebouw zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
das Brandenburger Tor
C
der Bundestag
D
der Berliner Dom

Slide 14 - Quiz

Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 15 - Quiz

Welke rivier stroomt door Nederland en Duitsland?
A
Maas
B
Donau
C
Rijn

Slide 16 - Quiz

Wat is de telefooncode van Duitsland?
A
+31
B
+42
C
+49
D
+52

Slide 17 - Quiz

Duitsland heeft
A
een koning
B
een president

Slide 18 - Quiz

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5

Slide 19 - Quiz

Okterberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 20 - Quiz

'bellen' betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 21 - Quiz

Welk supermarktketen vind je NIET in Duitsland?
A
ALDI
B
Jumbo
C
Edeka
D
Lidl

Slide 22 - Quiz

De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide