Hoofdstuk 3 paragraaf 3 deel 2

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Vorige les?
  • Huiswerk bespreken (t/m 7)
  • Aan de slag met  paragraaf 3.3 vervolg
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het?

Slide 3 - Slide

Vorige les:
  • Leenmotieven
  • Krediet
  • Kredietkosten
  • Consumptief krediet

Slide 4 - Slide

Huiswerk!
  • Is het gelukt? Welke opgave ging goed?
  • Waar had je meer moeite mee? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Huiswerk voor vrijdag!
§ 3.3 af, ga hier nu mee verder. 
Ben je klaar? Werk dan verder aan de rekenopgaven van hoofdstuk 3 paragraaf 3.

Neem je boek, schrift, rekenmachine en pen mee!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Weten we het nog? Bereken:
Macha had €4500 op haar spaarrekening. Ze ontving hierover 1,2% rente. 
a. Bereken hoeveel haar spaarbedrag na 4 jaar is. Ga uit van enkelvoudige rente. 
b. Hoeveel is haar spaarbedrag na 4 jaar wanneer je uitgaat van samengestelde rente?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Leerdoelen;
  • Je weet wat de rol van banken is bij de vraag en aanbod van geld. 
  •  Je weet welke voor en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart. 
  • Je weet wat vreemde valuta's zijn.
  • Je kunt rekenen met de wisselkoers.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In plaats van sparen kun je je geld ook beleggen.

  • Wat is beleggen?
  • Waarom zou je beleggen in plaats van sparen?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Crypto?

Slide 19 - Slide

  • Eurozone (nu 20, Kroatië)
  •  Vreemde valuta

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aan het werk

Ga de komende 10-minuten aan de slag met 
opgave 1 tot en met 6 van paragraaf 3.4. 



Klaar?
 Kijk dan eens of de volgende opdrachten ook lukken (goed de leerstof doornemen).
timer
10:00

Slide 22 - Slide



  • Bereken hoeveel euro je betaalt als je 500 Amerikaanse dollars koopt.
  • Bereken hoeveel euro je betaalt als je 250 Britse ponden koopt.
  • Na een vakantie in Japan heb je nog 9.500 Japanse Yen over. Bereken hoeveel euro je terug krijgt voor je Japanse Yen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Aan het werk

Ga aan de slag met het afmaken van paragraaf 3.4.



Klaar?
 Kijk dan op bladzijde 92 en 93 en ga aan de slag met de rekenopgaven van hoofdstuk 3.

Slide 25 - Slide

Leerdoelen;
  • Je weet wat de rol van banken is bij de vraag en aanbod van geld. 
  •  Je weet welke voor en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart. 
  • Je weet wat vreemde valuta's zijn.
  • Je kunt rekenen met de wisselkoers.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide