3.1 Het einde van een regionale grootmacht

3.1 Het einde van een regionale grootmacht
Het einde van een regionale grootmacht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

3.1 Het einde van een regionale grootmacht
Het einde van een regionale grootmacht

Slide 1 - Slide

Vragen
1. Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
2. Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949)?
3. Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht (1949-2001)?  

Slide 2 - Slide

Grootmacht
China heeft tot de 19de eeuw een voorsprong op West-Europa

Chinese centrale gezag is sterk hiërarchisch
Basis is het confucianisme
De wereld is ordelijk, iedereen heeft zijn rol
(staatsexamens)

Qing dynastie regeert vanaf 1644 China
Hoogtepunt onder de Qianlong keizer (1735-1796)


Slide 3 - Slide

Problemen
Enorme bevolkingsgroei in 18de eeuw

Gebrek aan landbouwgrond zorgt voor voedseltekort
De Witte Lotus Rebellie (1796-1804) markeert het einde van de bloeiperiode

Gelijktijdig leidt de industriële revolutie in Europa tot het modern imperialisme

Langzaam wordt China overvleugeld...



Slide 4 - Slide

Opium
China houdt Europeanen buiten de deur via het Kantonsysteem 

Dit protectionistisch systeem is een doorn in het oog van laissez-faire Europa

Britten voeren productie opium op en omzeilen kantonsysteem
Handelsbalans verschuift

1839: de Daoguang keizer verbiedt opium

Slide 5 - Slide

Vragen
1. Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
2. Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949)?
3. Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht (1949-2001)?  

Slide 6 - Slide

Kern en aanvulling
China: keizerrijk gebaseerd op confucianisme.
- Strakke, duidelijke hiërarchie (plicht, eerbied, respect, gehoorzaamheid)
- Traditioneel en conservatief 
- Meritocratie: staatsexamen om ambtenaar (mandarijn) te worden
Tijdens Qin wordt legalisme staatsideologie -> gehoorzaamheid aan wetten

19de eeuw: groeiende interne spanningen die versterkt gaan worden door externe factoren 

Slide 7 - Slide

Ongelijk
Eerst Opiumoorlog (1839-1842): ouderwets Chinees leger is kansloos tegen Britten

Verdrag van Nanking: eerste van de ongelijke verdragen
1. Europese vrijhandelszones, verdraghavens (einde Kantonsysteem)
2. Hong Kong wordt Brits
In latere oorlogen verliest China steeds meer zelfbeschikkingsrecht
Begin van de Eeuw van Vernedering



Slide 8 - Slide

Speelbal
Ondanks Nanking is opium nog steeds verboden

Pogingen tot onderscheppen en lokale onrust leiden tot Tweede Opiumoorlog (1853)
Inname Verboden Stad door Engelsen

Frankrijk, Rusland, VS en Engeland dwingen China tot grotere concessies
Meer verdraghavens, exterritoriale rechten, opium legaliseren, importbelasting heffen




Slide 9 - Slide

Onrust
Groeiende onrust in delen China:
-  Voedseltekort/armoede
- Corruptie ambtenaren
- Manchu overheersing (over Han bevolking)
- Westerse interventies / zwakte overheid 

Taipingopstand (1851-1864)
Sociaal/religieus conflict in Zuid-China
Etnische Hakka bevolking wordt onderdrukt, broer van Jezus leidt opstand
Bloedigste conflict van de 19de eeuw


Slide 10 - Slide

Zwakte
Nianopstand (1851-1868)
Politieke en economische conflict in Noord-China
Reactie op trage hulp overheid na natuurrampen
Mogelijke oorzaak: decennia lange infanticide van meisjes 

Zowel de Opiumoorlogen, Taiping als Nian tonen zwakte centrale overheid







Slide 11 - Slide

Kern en aanvulling
Tweede helft 19de eeuw groeiende problemen:
- Extern: Groeiende invloed westen -> opiumoorlogen, concessies, verdraghavens. 
- Intern: Taiping- en Nianopstand -> politiek, sociaalcultureel, economisch, religieus

Westerse hulp aan Qin op opstanden neer te slaan versterkt interne spanningen

Slide 12 - Slide

Japan
Japan bewandelt een andere weg dan de rest van Azië
-> Industrialisatie + militarisering

Gebrek aan grondstoffen leidt tot veroveringszucht 

1894: Japans-Chinese Oorlog om Korea

Overwinning Japan leidt tot nieuwe ongelijke verdragen





Slide 13 - Slide

Versterking
Kleine groep hervormers dringt aan op moderniseringen:
de Zelfversterkingsbeweging (1898)
- Versoepelen bureaucratie
- Afschaffen ambtenarenexamen
- Nieuwe grondwet met constitutionele monarchie
(westen en Japan zijn voorbeeld)

Ondanks eerdere steun pleegt Keizerin-Weduwe Cixi een staatsgreep

Slide 14 - Slide

Boksers
Een opstand tegen buitenlandse en christelijke invloed begint kleinschalig in Noord-China (1899)

Door achtergrond in traditionele vechtsporten noemen Europeanen de opstandelingen Boksers

Boksers vallen buitenlanders en missionarissen aan
1900: Cixi verklaart steun aan Boksers

Slide 15 - Slide

Alliantie
Juni: Boksers belegeren internationale zone in Beijing
Chinese reguliere troepen vechten mee

Achtlandencoalitie (55.000 troepen) ontzet de zone en verslaan Chinees leger

Vredesverdrag legt zware straffen op aan China

Langetermijngevolgen zijn desastreus...


 

Slide 16 - Slide

Boksers
Hongersnood van 1907-1908 draagt bij aan geheime, revolutionaire, genootschappen
1908: de Xuangtonkeizer ->2 jaar!

Belangrijkste rebel: Sun Yat-sen

Onder druk van meerdere opstanden (1911) geeft de keizer de absolute macht op

1912: keizer Puyi abdiceert 
Republiek China

Slide 17 - Slide