Recap H2 4 MAVO

RECAP 
Hoofdstuk 2: Europa in de jaren 1914-1939
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

RECAP 
Hoofdstuk 2: Europa in de jaren 1914-1939

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Samen een deel van de vragen van 2.4 bespreken

- Recap: Vragen over H2. Weten we het nog?

- Informatie over komende weken en eerste PTA toets.

Slide 2 - Slide

RECAP H2
Vragen over H2: Europa in de jaren 1914-1939


- Eerste Wereldoorlog (oorzaken, uitbreken en verloop)
- Republiek van Weimar en opkomst van Hitler en Mussolini
- De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie onder Lenin en Stalin

Slide 3 - Slide

32 vragen
Heb je er minimaal 16 goed? --> VOLDOENDE!

Heb je er minimaal 20 goed? --> GOED!!!

Heb je er minimaal 24 goed? --> ZEER GOED!!!!!!

Heb je er minimaal 28 goed? --> MASTER HISTORICUS!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Slide 4 - Slide

In welk jaar breekt de Eerste Wereldoorlog uit?
A
1912
B
1913
C
1914
D
1915

Slide 5 - Quiz

'' Oorlog en het leger worden als iets prachtigs gezien!'' Welk begrip?
A
Militarisme
B
Wapenwedloop
C
Nationalisme
D
Bondgenootschappen

Slide 6 - Quiz

Welk land startte de onbeperkte duikbotenoorlog?
A
Groot-Brittannië
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 7 - Quiz

Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië vormen in 1914 de...
A
Triple Entente
B
Centralen
C
Geallieerden
D
Asmogendheden

Slide 8 - Quiz

Welk land sloot in 1917 een wapenstilstand met Duitsland en stapte uit de oorlog?
A
Rusland
B
Oostenrijk-Hongarije
C
Groot-Brittannië
D
Frankrijk

Slide 9 - Quiz

Als de hele maatschappij zich inzet voor de oorlog, dan spreken we van een...
A
Tegenoorlog
B
Stille oorlog
C
Koude Oorlog
D
Totale oorlog

Slide 10 - Quiz

Controle op radio, brieven en kranten door de overheid noemen we...
A
Censuur
B
Vijandbeelden
C
Propaganda
D
Revolutie

Slide 11 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog brak uit door een aanslag op de troonopvolger van...
A
Servië
B
Duitsland
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Rusland

Slide 12 - Quiz

Volgens het Schlieffenplan kwam er eerst een Duitse aanval op (1) en dan op (2)
A
1. Rusland 2. Frankrijk
B
1. Frankrijk 2. Rusland
C
1. Groot-Brittannië 2. Rusland
D
1. Rusland 2. Groot-Brittannië

Slide 13 - Quiz

Welk land kwam in 1917 in de oorlog aan de kant van de geallieerden?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Verenigde Staten
D
Rusland

Slide 14 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog werd de vrede van __________ getekend
A
Versailles
B
Bordeaux
C
Parijs
D
Montpellier

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Over welk begrip (1 woord, aan elkaar typen) gaat deze bron?

Slide 17 - Open question

Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een republiek met de naam:
A
Republiek van Berlijn
B
Republiek van München
C
Republiek van Keulen
D
Republiek van Weimar

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is de achternaam van deze Italiaanse dictator? (let op de spelling, 9 letters)

Slide 20 - Open question

Hoe wordt het politieke systeem onder Mussolini genoemd?
A
Fascisme
B
Nationaal-socialisme
C
Kapitalisme
D
Communisme

Slide 21 - Quiz

Waar geloven fascisten NIET in?
A
Nationalisme
B
1 leider
C
Democratie
D
Geweld

Slide 22 - Quiz

In 1923 werd Duits geld in hoog tempo bijna niets meer waard. Hoe noemen we dit?
A
Staatsgreep
B
Herstelbetalingen
C
Inflatie
D
Beurskrach

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Welk boek schreef Hitler na zijn mislukte staatsgreep in 1923?
A
Mein Land
B
Mein Kampf
C
Mein Schule
D
Mein Traum

Slide 25 - Quiz

Wat hoort NIET bij het nationaal-socialisme van Adolf Hitler?
A
Racisme
B
Iedereen is gelijk
C
Dictatuur
D
Tegenstanders opsluiten en vermoorden

Slide 26 - Quiz

Na WO I kregen veel Europese landen financiële hulp uit de VS. Hoe werd dit genoemd?
A
Dawes Plan
B
Marshall Plan
C
Roosevelt Plan
D
Wilson Plan

Slide 27 - Quiz

De wereldwijde economische crisis brak uit in...
A
1926
B
1927
C
1928
D
1929

Slide 28 - Quiz

Wie was in 1917 de tsaar (keizer) van Rusland?
A
Alexander II
B
Nicolaas II
C
Raspoetin II
D
Vladimir II

Slide 29 - Quiz

Communisten geloven in een samenleving waarin...
A
Er verschillende rassen zijn
B
Waarin iedereen privé bezit heeft.
C
Waarin iedereen gelijk is
D
Waarin iedereen mag stemmen

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Wat is de naam van deze communistische leider? (5 letters)

Slide 32 - Open question

Het communistische leger van Lenin heette het...
A
Blauwe leger
B
Groene leger
C
Gele leger
D
Rode leger

Slide 33 - Quiz

Waar of niet waar? De Sovjet-Unie was een totalitaire staat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Wat is de naam van de opvolger van Lenin? (6 letters)

Slide 36 - Open question

Stalin wilde de Sovjet-Unie moderniseren met...
A
2-jarenplannen
B
5-jarenplannen
C
10-jarenplannen
D
20-jarenplannen

Slide 37 - Quiz

Alle boeren in de Sovjet-Unie moesten zich aansluiten bij staatsboerderijen. Dit noemen we...
A
Showprocesen
B
Planeconomie
C
Persoonsverheerlijking
D
Collectivisatie

Slide 38 - Quiz

Wat hoort NIET bij stalinisme?
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Geheime politie
C
Strafkampen
D
Showprocessen

Slide 39 - Quiz

Met zuiveringen bedoelde Stalin...
A
Het verhogen van belastingen
B
Het bouwen van staatsboerderijen
C
Het vermoorden van tegenstanders
D
Het verspreiden van posters

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Dit overdreven positief maken van iemand noemen we... (let op! Lang woord, wel aan elkaar typen!)

Slide 42 - Open question

32 vragen
Heb je er minimaal 16 goed? --> VOLDOENDE!

Heb je er minimaal 20 goed? --> GOED!!!

Heb je er minimaal 24 goed? --> ZEER GOED!!!!!!

Heb je er minimaal 28 goed? --> MASTER HISTORICUS!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Slide 43 - Slide

EINDE RECAP!
We sluiten vandaag H2 af.
Volgende les: Start H3

H3: Nederland in de jaren 1914-1939

Over enkele weken = PTA toets H2 + H3!

Slide 44 - Slide