Hfdsk. 2 Landschapszones (start + 2.1 leven in de Amazone)

Hoofdstuk 2
Landschapszones  op aarde
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Landschapszones  op aarde

Slide 1 - Slide

figuur 4.7 B105 landschapzones
Loofbos             Taiga/naaldbos    Toendra       Sneeuw/ijs

Slide 2 - Slide

Tropisch regenwoud       Savanne       Steppe      Woestijn 

Slide 3 - Slide

Welke landschappen ken je?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Schrijf zoveel mogelijk dingen op waar je het tropisch regenwoud aan kunt herkennen.

Slide 6 - Mind map

Kenmerken van het regenwoud
1. Ze liggen tussen (23,5 NB & 23,5 ZB)
2. Ze bestaan uit heterogeen bos
3. Er zijn meerdere ‘etages’ van boomkruinen.
4. Bos is het hele jaar groen

Slide 7 - Slide

Waar vinden we de tropische regenwouden op aarde?

Slide 8 - Open question

Waarom liggen tropische regenwouden rondom de evenaar?
Rondom de evenaar is het zeer warm.

Rondom de evenaar valt zeer veel regen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Waarom is het op de evenaar zo warm?

Slide 12 - Open question

Breedteligging en temperatuur
► De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte , dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte , dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben te maken met de hoogte van de zon.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Typ in ongeveer 3 zinnen hoe stijgingsregen ontstaat.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

BELANGRIJK:
 Warme lucht stijgt altijd op!
Koude lucht daalt altijd!
Als het warmer wordt: water wordt waterdamp
Als het kouder wordt: waterdamp wordt water (regen)
Heel koud: water wordt ijs

Conclusie:

Warme lucht stijgt en bevat waterdamp. De warme opstijgende lucht wordt kouder: waterdamp condenseert tot water (regen). Koude lucht daalt en bevat weinig tot geen waterdamp (geen regen).

Slide 18 - Slide

Conclusie:
Warme lucht stijgt en bevat waterdamp.
De warme opstijgende lucht wordt kouder: waterdamp condenseert tot water (regen). 
Koude lucht daalt en bevat weinig tot geen waterdamp
(geen regen).

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Lees op lesboek (blz 26) en/of online § 2.1 
Maak in je werkboek § 2.1 opdrachten 1 t/ 13 (-vraag 10).
Atlasopdrachten zijn 1 en 9
Basisboekopdrachten (boek of online) 4,5,6
Ben je klaar dan lees je alvast § 2.2.
timer
15:00

Slide 20 - Slide

§ 2: Leven in een droog gebied; Mali

Slide 21 - Slide