C.1A week 2

• c1a
• MBO
• Studiejaar 1

programma

- Wat hebben we vorige week gedaan?

- uit boek: hfst. 2 en 5

- Non-verbaal/verbale communicatie

- Inhoudelijk en relatie aspect

- Aan de slag (werkblad – in teams gesprek voeren)

Wat hebben we de vorige keer gedaan?

Schrijf kort en bondig op wat in hoofdstuk 2 beschreven staat.

Schrijf kort en bondig op wat in hfst. 5 beschreven staat.

Zijn er vragen over de hoofdstukken?

Zet je microfoon aan als je een vraag hebt.

Student heeft pen en papier nodig. 

Per fragment worden er vragen gesteld over de non-verbale communicatie. 

Verschillen/overeenkomsten? Leg uit.

Wanneer zelf te maken gehad met goede en minder goede communicatie? Geef voorbeelden? Waarom?

Bedenk 2 situaties waarin er in een tandartspraktijk dingen kunnen misgaan met betrekking tot communicatie.

metacommunicatie

In een gesprek wissel je allerlei informatie uit

- Inhoudelijke feiten (verbaal)

= zakelijk-aspect

- Hoe je de communicatie ervaart (vaak non-verbaal)

= Betrekking aspect (relatie)

Belangrijk bij metacommunicatie = de relatie

- Gelijkwaardige relatie: Dezelfde status, evenveel macht 

- ongelijkwaardige relatie: De een heeft een hogere status of positie dan de ander.

Leg in je eigen woorden uit wat het zakelijk aspect inhoud.

Leg in je eigen woorden uit wat het betrekkingsaspect inhoud.

aan de slag 

- maak het werkblad C1A week 2

--> opdrachten Teams. Deadline 21 september.

(vraag 1 in drie of viertallen, laat weten in welk groepje jij zit in de chat van Teams)