De oudere: levenslooppsychologie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

7.1.1 Levenslooppsychologie
Als je in contact komt met ouderen (en ook volwassenen), dan ontmoet je mensen die een geschiedenis achter de rug hebben. Hun leven is op een bepaalde manier verlopen. Wat in iemands leven is voorgevallen, heeft invloed op zijn ontwikkeling en ook het gedrag van nu,

Dat noem je levenslooppsychologie. Elk mens heeft een eigen verleden, een eigen levensloop. Zo kan de Tweede Wereldoorlog nog altijd het gedrag van de oudere van nu bepalen. Als je je dus realiseert wat een oudere vroeger heeft mee gemaakt,. kun je beter begrijpen waarom een oudere op een bepaalde manier reageert.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.
ook gaan de zintuigen achteruit


Lichamelijke gevolgen ouder worden

Slide 5 - Slide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.

 
.2.1 Achteruitgang van de zintuigen
De werking van de zintuigen neemt af naarmate een mens ouder wordt. Ouderen gaan minder scherp zien en gehoor neemt af. Het kan voor ouderen lastig of onmogelijk worden om bepaalde hobby’s uit te oefenen, zoals breien of muziek luisteren. 

7.2.2 Motorische achteruitgang
Naarmate mensen ouder worden, worden ze stijver en langzamer in hun bewegingen. Het looptempo neemt af. Te weinig bewegen verergert en versnelt dit proces. Op een gegeven moment is de lichamelijke achteruitgang zo groot dat men is aangewezen op hulp en steun van anderen en eventuele ondersteuningsmiddelen (rollator). Veel ouderen vinden het moeilijk afhankelijk te zijn van anderen.


Slide 6 - Slide

De leeftijd die iemand uiteindelijk behaalt, is van verschillende factoren afhankelijk. Leefstijl speelt een belangrijke rol maar ook erfelijke factoren zijn hierop van invloed. Er zijn families waarvan de leden gemiddeld allemaal een hoge leeftijd bereiken, maar ook families waar dat niet zo is. Ook heeft het te maken met je levensstijl, hoe gezond je leeft.

Wie worden er gemiddeld ouder in Nederland?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel jaar worden vrouwen gemiddeld ouder dan mannen?
A
20 jaar
B
5 jaar
C
10 jaar
D
2 jaar

Slide 8 - Quiz

De gemiddelde levensverwachting in Nederland was in 2018 voor mannen 80,2 jaar en voor vrouwen 83,3 jaar. De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten.

Slide 9 - Slide

De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten. Je ziet hier in de grafiek dat de levensverwachting van mensen de laatste jaren toeneemt.

Slide 10 - Video

ongezonde levensstijl (roken, drinken)
harder werken (stress)
risicol gedrag (auto rijden)

Slide 11 - Slide

Ouderen hebben wat meer tijd nodig om over zaken na te denken. Ze praten soms ook wat langzamer. Ook al is hun geheugen niet altijd meer zo goed, ze kunnen zeker nog wel iets nieuws leren. Ze doen er alleen soms wat langer over om iets te onthouden. Sommige ouderen beginnen niet meer aan iets nieuws, omdat ze merken dat het allemaal niet meer zo makkelijk gaat. Dat is jammer, want daardoor beperken ze zichzelf. Het lijkt daardoor alsof ouderen te oud zijn om te leren. Maar er zijn ook steeds meer ouderen die lang actief blijven en bijvoorbeeld nog cursussen volgen. Bij sommige ouderen wordt het geheugen steeds slechter. Ze worden vergeetachtig, kunnen informatie niet goed verwerken en zijn snel in de war.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

timer
3:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Vergrijzing betekent dat het percentage ouderen toeneemt
Ouderen kunnen nog nieuwe dingen leren
De ouderdomfa is de fase vanaf 67 jaar
Mannen worden gemiddeld ouder dan vrouwen
Het geheugen neemt af in de ouderdom
Wat iemand vroeger heeft mee gemaakt heeft geen invloed op hoe de oudere zich nu gedraagt en voelt
De zintuigen gaan in de ouderdomfase achteruit
Psychogeriatrische aandoening betekent dat een ouder lichamelijk ziek is

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Noem minimaal 1 ding dat je vandaag hebt geleerd

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Tot de volgende les!
Hoofdstuk 8: De oudere fase deel 2

Slide 19 - Slide

This item has no instructions