This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leg uit: wat betekenen de drie onderstaande begrippen: Ontwikkelingsfasen - Ontwikkelingstaken - Ontwikkelingsaspecten
Slide 2 - Open question
Is de onderstaande zin waar of niet waar? Wanneer er door een moeder drugs of alcohol tijdens de zwangerschap kan dat gevolg hebben voor de ontwikkeling van een baby.
Slide 3 - Open question
Wat doen baby's als ze badderen niet aangenaam vinden?
A
Krijsen
B
Huilen en verkrampen
C
Weglopen
D
Geen idee
Slide 4 - Quiz
Wat kun je gebruiken als de baby het badderen niet prettig vindt?
Wat zijn rustige activiteiten die je met peuter voor het slapen kunt doen?
Slide 10 - Open question
Wanneer is er sprake van 'interactief voorlezen'?
Slide 11 - Open question
Wat is de schedelomtrek van een peuter?
A
44 cm
B
46 cm
C
35 cm
D
49 cm
Slide 12 - Quiz
Hoeveel weegt een peuter van 1 jaar?
A
8 KG
B
10 KG
C
15 KG
D
6KG
Slide 13 - Quiz
Hoe kun je de taalontwikkeling van een peuter/ kleuter stimuleren?
Slide 14 - Open question
Als een peuter een woord fout gebruikt, bijvoorbeeld ‘commolen’ in plaats van ‘commode’, Wat zeg jij als Professional?
Slide 15 - Open question
Stel, je leest een boek van Dick Bruna over Nijntje is ziek, ze wil niet eten en alleen maar slapen. Maar dan komen haar vriendjes langs met lekker fruit. Nijntje eet wat en voelt zich snel beter. Welke open vragen zou je bij dit verhaal kunnen stellen? Bedenk er minimaal drie.
Slide 16 - Open question
Waar of niet waar: De kleuter ontwikkelt de fijne motoriek. Hij kan al een potlood vasthouden en leren tekenen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Is een kleuter al zindelijk?
A
Nee nog lang niet
B
Al vanaf 8 maanden
C
De meeste kinderen zijn vanaf 1 jaar al zindelijk.
D
Ze moeten voordat ze naar de basisschool gaan zindelijk worden
Slide 18 - Quiz
Kan een kleuter al met anderen meeleven?
A
Een kleuter leert dit steeds beter te kunnen
B
Een kleuter kan dit nog niet.
C
Een kleuter kan zich al helemaal in anderen inleven
D
Dat kunnen peuter al
Slide 19 - Quiz
Wat ontwikkelt een kleuter door anderen na te doen?
A
Alleen intelligentie
B
Alleen een beeld van anderen.
C
Spelgevoel
D
Zelfbeeld
Slide 20 - Quiz
Geef antwoordt op de onderstaande vragen: 1. Hoe verliep de lessen tijdens ontwikkelingspsychologie? 2. Wat kun je voor de volgende keer anders doen? 3. In hoeverre was jij tevreden over je gedrag/ actieve houding in de les ; (1-10) 4. Feedback aan je docent: Sandwich methode toepassen