3.10 en 3.11 Etniciteit en ongelijkheid + ontwikkeling in megasteden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

3.10 Etniciteit en Ongelijkheid

3.11 Ontwikkeling in megasteden

H3 Brazilië

Domein Gebieden

H5

Lesdoel

• Je weet dat Brazilië een grote sociaaleconomische onderklasse kent en dat met name op het platteland veel armoede voorkomt, die zichtbaar is in ongelijk grondbezit. 
• Je weet dat de Braziliaanse overheid verscheidene middelen inzet om de ongelijkheid en armoede in het land tegen te gaan en dat dit niet eenvoudig is. 
• Je begrijpt waarom in de Braziliaanse samenleving veel conflicten terug te voeren zijn op sociaaleconomische verschillen, die op hun beurt weer in relatie staan met etnische diversiteit. 
• Je begrijpt hoe diepgeworteld het raciale probleem in de Braziliaanse samenleving is en wat hiervan oorzaken en gevolgen zijn. 
• Je kunt beredeneren waarom het wenselijk is de sociaaleconomische ongelijkheid in de Braziliaanse samenleving aan te pakken.

Raciale democratie?

Smeltkroes door koloniaal verleden.

Welke bevolkingsgroep heeft het meest te maken met racisme en kent het hoogste percentage mensen dat leeft onder de armoedegrens? (deze figuur gaat over % analfabetisme)

• Preta's

In welk deel van Brazilië wonen relatief gezien de meeste ‘preta’s’? 

• Noordoosten

Welke bevolkingsgroep scoort het slechtst op ontwikkelingsniveau?

• Zwarte vrouwen

Sociaaleconomische ongelijkheid

In stad: gated communities <-> favela's 

Op platteland: Landlozen ↔ grootgrondbezitters 

(ongelijke grondbezitsverhoudingen)

Wat maakt deze structuur lastig te doorbreken?

• Lagere klassen op achterstand door gebrek aan scholing, politieke invloed en financiële middelen. Blanke elite houdt zichzelf in stand.
  

Met welk ruimtelijk begrip kun je de duidelijke tweedeling in de stad omschrijven?

Beredeneer waarom je beter in een sociaaleconomische achterstandspositie in de stad kunt zitten dan op het platteland. Je antwoord dient een situatiebeschrijving van het Braziliaanse platteland te bevatten

Armoedebestrijding

• Bolsa Familia (conditional cash transfer): uitkering van €77 waarbij kinderen naar school toe moeten en gevaccineerd moeten worden.

• Geleidelijk verhogen minimumloon
  

• Banken verplichten tot het makkelijker verlenen van kredieten
  

• Positieve discriminatie (bv scholen moeten een bepaald % kinderen uit de lagere sociale klasse aannemen)

3.11 Ontwikkeling in megasteden

00:35

2 beweringen:
1. The people of the asphalt' zijn de rijke mensen
2. 'The people of the hill' wonen op de meer risicovolle plekken in de stad

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist

01:46

Welk antwoord past NIET bij het begrip favela?

1. het is een informeel gebouwde wijk
2. hier wonen veel afstammelingen van de slaven
3. er is sprake van een gereguleerde planning
4. een favela is een stad op zich

02:47

Rocinha is een volledig zelfstandig functionerende wijk

1. juist
2. onjuist

06:39

Met pacificatie van een favela wordt bedoeld

1. dat de bevolking van een favela er meer zeggenschap over krijgt
2. dat bendes in een favela worden aangepakt
3. dat het informele karakter van een favela wordt aangepakt

Welke oorzaak-gevolgrelatie bestaat er tussen favela’s en de gated communities?

En nu?

* Lees de tekst van 3.10 en 3.11

* ga verder met je examentraining

* Maandag 18 maart blok 6 extra les (facultatief)

* Let op! 4.1/4.2 (wereld) 5.1/5.2 (aarde)