4.2: Atomen en moleculen

H4 Nieuwe stoffen maken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 Nieuwe stoffen maken

Slide 1 - Slide

Deze les:

  • 4.2 Atomen en moleculen
  • maken 4.2  opdracht 1 t/m 19
  • Leren tabel 1 Enkele symbolen van atoomsoorten
4.2 Atomen en moleculen

Slide 2 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Leerdoelen
Ik kan de namen en symbolen van de meest voorkomende elementen opsommen en deze indelen in metalen en niet-metalen (moleculen).

Ik kan beschrijven dat een molecuul is opgebouwd uit atomen en dat bij een chemische reactie de atomen anders worden gerangschikt.

Slide 3 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Uitbreiding van het deeltjesmodel
Enkele uitgangspunten van het deeltjesmodel zijn:
  • Alle stoffen bestaan uit moleculen.
  • Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
  • Elk molecuul is opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: atomen.

Slide 4 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Symbolentaal
Er zijn miljoenen verschillende soorten moleculen die zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen of atoomsoorten.
  • Atomen of atoomsoorten worden aangeduid met symbolen.
  • Atomen zijn de bouwstenen van moleculen.
  • Een stof die uit 1 atoomsoort bestaat noem je een element.



Slide 5 - Slide

Wat is een molecuul?
Het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van die stof.


Slide 6 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Symbolentaal
Er zijn miljoenen verschillende soorten moleculen die zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen of atoomsoorten.
  • Atomen of atoomsoorten worden aangeduid met symbolen.
  • Atomen zijn de bouwstenen van moleculen.
  • Een stof die uit 1 atoomsoort bestaat noem je een element.



Slide 7 - Slide

De bouw van moleculen
Water                  -->     H2O             --> 2 H-atomen, en 1 O-atoom

Keukenzout     -->      NaCl           -->     1 Na-atoom, en 1 Cl-atoom

Suiker                 -->      C6H12O6       -->      6 C-atomen, 12 H-                                                                                                   atomen, en 6 O-atomen

Slide 8 - Slide

4.2 Atomen en moleculen

Slide 9 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Verbinding
Als je verschillende atomen samenvoegt krijg je een verbinding.
  • De eigenschappen van een verbinding zijn heel anders dan de eigenschappen van de elementen waaruit de verbinding is opgebouwd.



  • Een verbinding met alleen niet-metaal atomen noemen we een moleculaire stof.

Slide 10 - Slide

Moleculaire stof






Een moleculaire stof bestaat alleen uit niet-metalen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uit het hoofd leren! tabel 1 en 2 (=Brenda regel)


Brenda (Br2(l)= Broom)    Houdt (H2(g)=Waterstof)
  Naakt (N2(g)=Stikstof)    Feesten (F2(g)= Fluor)   In (I2(s)=Jood) Ons (O2(g)=Zuurstof)     Clubhuis (Cl2(g)=Chloor) 
(dus alleen broom is vloeibaar, Jood is vast, de rest gasvormig)
De stoffen uit de Brenda regel vormen moleculen met twee dezelfde atomen en zijn dus niet-ontleedbaar .

Slide 13 - Slide

     Aanpassing deeltjesmodel
     STOF-> MOLECULEN-> ATOMEN

Slide 14 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Reactieschema
Bij de reactie van de felreagerende vaste stof natrium en het giftige groene chloorgas ontstaat keukenzout. 
    natrium (s) + chloor (g)               keukenzout (s)

Slide 15 - Slide

4.2 Atomen en moleculen
Chemische reactie
De ontleding van water in een waterstofbrandstofcel.
  water (l)                    waterstof (g) + zuurstof (g)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag:

  • maken 4.2 opdr 1 t/m 19
  • leren tabel 1 Enkele symbolen van atoomsoorten
  • leren 4.1 Stoffen veranderen
H4 Stoffen maken

Slide 18 - Slide