uitscheiding basiszorg

Aan de slag met uitscheiding!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Aan de slag met uitscheiding!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke vormen van uitscheiding ken je?

Slide 2 - Open question

  • defeceren
  • urineren
  • braken
  • opgeven van sputum
  • menstruatie
DEFECEREN

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ga naar Canvas, basiszorg, uitscheiding, verdieping en maak opdracht obstipatie en diarree

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uitscheiding van ontlasting
  • Ontlasting oftewel feces
  • Defeceren is ontlasting produceren
  • Observatiepunten: frequentie, hoeveelheid, kleur, reuk, vorm, vastheid en afwijkende bestanddelen
  • Check altijd wat 'normaal' is

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Noem een oorzaak van incontinentie ontlasting?

Slide 6 - Open question

  • Diarree
  • Verslappen kringspier
  • Beschadiging kringspier
  • Verzakking endeldarm (rectum prolaps)
  • Chronische darmontstekingen

Klachten ontlastingsincontinentie
  • Niet kunnen ophouden van ontlasting
  • Ongewild ontlastingsverlies
  • Geen aandranggevoel van de ontlasting hebben
  • Verlies van kleine beetjes slijm uit de anus
  • Pijn, jeuk en een geïrriteerde huid bij de anus
  • Geen controle hebben over winden laten
  • Schaamtegevoelens  (vieze luchtjes, angst voor ongelukjes)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een behandeling bij ontlasting incontinentie is?
A
er is geen behandeling mogelijk
B
bekkenbodemfysiotherapie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is jouw taak bij de verzorging van een zorgvrager met ontlasting incontinentie?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij obstipatie?
  • Houding
  • Eten 
  • Drinken
  • Bewegen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

URINEREN

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het begrip Polyurie betekent?
A
minder dan 2 liter plassen
B
minder dan 500 ml plassen
C
meer dan 2 liter plassen
D
50 ml plassen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

aan de kleur van urine kan je zien of een zorgvrager te weinig gedronken heeft?
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het wegen en een vochtbalans bijhouden van een zorgvrager belangrijk?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Noem minstens 3 symptomen van een UWI?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Goed laten uitplassen is een voorbeeld van een advies om urineweginfectie te voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Benoem 4 soorten van urine- incontinentie

Slide 17 - Open question

  • stress- of inspanningsincontinentie;
  • urge- of aandrangincontinentie;
  • overloopincontinentie;
  • (na)druppelincontinentie.

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Waar let je op bij het aandoen van incontinentiemateriaal?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

 BRAKEN
SPUTUM &
MENSTRUATIE

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Braken,overgeven is hetzelfde als vomeren?
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is fecaal braken?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je bij iemand die moet braken?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Als je sputum observeert kijk je naar?
A
hoeveelheid, smaak, zachtheid, kleur
B
hoeveelheid, kleur, consistentie, geur

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is jouw taak bij iemand die hevig transpireert?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Menstruatie is een mengeling van?
A
slijmvliesrestjes, rode slijmresten, vocht
B
bloed, vocht en gele slijmvliesresten
C
slijmvliesresten, bloed, kleine bloedstolsels, vocht
D
gewoon alleen bloed met bloedstolsels

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waar let je op bij iemand die menstrueert?

Slide 27 - Open question

  • Hoeveelheid bloedverlies
  • Hoeveelheid stolsels
  • Pijn
Noem 2 hulpmiddelen die men kan gebruiken om te zorgvrager te ondersteunen bij de toiletgang

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

een condoomkatheter is hetzelfde als een verblijfskatheter
A
waar
B
onwaar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

waarom is aseptisch werken bij zorgvragers met een katheter belangrijk?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Hoe verzorg je een zorgvrager met een blaaskatheter

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Een katheterzak hang je altijd laag zodat de urine goed kan afvloeien
A
waar
B
onwaar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions