Kapitel 3 C horen 1 Uur
1 / 23
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
wat betekent''sich umschauen''
A
kijken
B
rondkijken
C
zien
Slide 16 - Quiz
wat betekent''das Ziel''?
A
de ziel
B
de bestemming
C
de tent
D
de passie
Slide 17 - Quiz
wat betekent''anstrengend''?
A
moe
B
vermoeiend
C
benieuwd
D
trots
Slide 18 - Quiz
wat betekent''die Leidenschaft''?
A
de passie
B
de uitdaging
C
de envelop
Slide 19 - Quiz
Wat betekent ''stolz'' ?
A
moe
B
benieuwd
C
trots
D
comfortabel
Slide 20 - Quiz
gespannt betekent :
A
trots
B
comfortabel
C
benieuwd
D
vermoeiend
Slide 21 - Quiz
wat betekent''die Herausforderung''?
A
de uitzending
B
de uitdaging
C
de bestemming
D
het doel
