H1.2 - Les 2: Het Nederlandse weer verklaard

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 2
Het NL'se weer verklaard
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 2
Het NL'se weer verklaard
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Korte herhaling H1.1
Start paragraaf 2: Het Nederlandse weer verklaard


Slide 2 - Slide

CHECK HUISWERK
  1. Je kan de 5 weerselementen noemen.
  2. Je kan voor elk weerselement aangeven hoe je dit meet en in welke eenheid je dit aangeeft.
  3. Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.
  4. Je kan verband uitleggen tussen UV-straling en bewolkingsgraad.
  5. Je kan verband uitleggen tussen zonnekracht en bewolkingsgraad.
  6. Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.
  7. Je kan de seizoenen op het noordelijk en zuidelijk halfrond benoemen aan de hand van een afbeelding met de stand van de aarde om de zon.

Slide 3 - Slide

Je kan de 5 weerselementen noemen.
Weerselementen - Het weer wordt beïnvloed door elementen.
  1. Wind
  2. Neerslag
  3. Temperatuur
  4. Bewolkingsgraad
  5. Luchtdruk
Hoe beïnvloeden deze het weer?

Slide 4 - Slide

Je kan de 5 weerselementen noemen.
Weerselementen - Het weer wordt beïnvloed door elementen.
  1. Wind
  2.  
  3.  
  4.  

Hoe beïnvloeden deze het weer?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.


1. Lucht stijgt op/verdampen
2. Lucht koelt af/condenseren
3. Kan minder waterdamp bevatten --> wolk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?

Slide 9 - Slide

Je kan de seizoenen op het noordelijk en zuidelijk halfrond benoemen aan de hand van een afbeelding met de stand van de aarde om de zon.

Slide 10 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kan het verschil noemen tussen weer en klimaat.
  2. Je kan twee verklaringen geven voor het feit dat het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.
  3. Je kan de volgende 4 temperatuurfactoren uitleggen hoe deze het klimaat beïnvloeden.
              Breedteligging, hoogteligging, gesteldheid van het    
              aardoppervlak & aanlandige/aflandige wind.

Slide 11 - Slide

Weerselementen vs Temperatuurfactoren
Weerselementen zijn de onderdelen die bij het weer horen

Temperatuurfactoren verklaren de verschillende temperaturen op aarde

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

WEER EN KLIMAAT

Het weer is de temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment.

Het klimaat is het gemiddelde in weer over een lange periode (30 tot 40 jaar).

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

KLIMAAT
Klimaatdiagram van Nederland

Per maand zie je dus de gemiddelde temperaturen van de afgelopen jaren

Slide 23 - Slide

40°4'N, 74°0'W
38°4'N, 9°7'W

Slide 24 - Slide

Temperatuur over de wereld

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

5 temperatuurfactoren
Temperatuurfactoren bepalen de temperatuur ergens op aarde.
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Gesteldheid v/h aardoppervlak
  4. Aanlandige/aflandige wind
  5. Zeestromen

Slide 27 - Slide

1. Breedteligging
Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer.
  1. Op lage breedte ( = dichtbij evenaar) verwarmen zonnestralen een kleiner oppervlak.
  2. Op lage breedte reist een zonnestraal korter door de dampkring (figuur 7)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

2. Hoogteligging
Hoe hoger, hoe kouder. -- 
        Als je 100 meter stijgt, daalt de temperatuur met 0,6 graden.

Slide 30 - Slide

3. Gesteldheid van het aardoppervlak
  • Land wordt sneller koud en sneller warm dan water.
  • Land en water hebben invloed op de temperatuur van de lucht erboven.
  • Als een stad aan het water ligt zijn de verschillen kleiner.

Slide 31 - Slide

Strand - water temperatuur?
Strand - water temperatuur?

Slide 32 - Slide

Binnenland
Aan de kust

Slide 33 - Slide

4. Aanlandige/aflandige wind
  • Aanlandige wind matigt de temperatuur (zomer koel, winter zacht).
  • Aflandige wind zorgt voor groter temperatuurverschil tussen zomer en winter.

Aanlandige wind is wind die aan land komt.
Aflandige wind is wind die van land komt.

Slide 34 - Slide

Aanlandige wind --> grote verschillen

Slide 35 - Slide

WIND OP AARDE

Slide 36 - Slide

5. Zeestromen
Een warme zeestroom komt vanaf de evenaar en zorgt voor relatief "warm" zeewater.

Een koude zeestroom komt vanaf de polen en zorgt voor kouder zeewater.

Slide 37 - Slide

Aflandige wind
Aanlandige wind

Slide 38 - Slide

Temperatuurfactoren

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Je kan de volgende 4 temperatuurfactoren uitleggen hoe deze het klimaat beïnvloeden.
Lees H1.2 in je tekstboek en werk uit:
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Gesteldheid van het aardoppervlak
  4. Aanlandige/aflandige wind

Slide 44 - Slide

Aan de slag!
  • Lees H1.2: Het Nederlandse weer verklaard.
  • Maak de kennen- en kunnenlijst van H1.2
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Klaar? Ga alvast verder met de rest van de doelen.

Slide 45 - Slide

HUISWERK MORGEN
Maak de kennen- en kunnenlijst: 17 t/m 19.

Slide 46 - Slide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 47 - Slide