Criminaliteit

1.1 Wat is crimineel gedrag?
Normen = regels over hoe mensen zich ten opzichte van elkaar horen te gedragen. 
Waarden = principes of uitgangspunten die mensen belangrijk vinden in het leven. 
Ongeschreven regels = normen voor goed gedrag die nergens op papier staan. 
Geschreven regels = regels die in reglementen of wetten staan. 

Crimineel gedrag = Alle gedragingen die door de wet strafbaar gesteld worden.
Als je een wet overtreedt, pleeg je een strafbaar feit, ook wel delict genoemd.
De meeste strafbare feiten staan beschreven in het Wetboek van Strafrecht.

Maken vraag 1, 2, 3 en 4 (blz. 7) 
Maken vraag 9, 10 en 11 (blz. 10)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Wat is crimineel gedrag?
Normen = regels over hoe mensen zich ten opzichte van elkaar horen te gedragen. 
Waarden = principes of uitgangspunten die mensen belangrijk vinden in het leven. 
Ongeschreven regels = normen voor goed gedrag die nergens op papier staan. 
Geschreven regels = regels die in reglementen of wetten staan. 

Crimineel gedrag = Alle gedragingen die door de wet strafbaar gesteld worden.
Als je een wet overtreedt, pleeg je een strafbaar feit, ook wel delict genoemd.
De meeste strafbare feiten staan beschreven in het Wetboek van Strafrecht.

Maken vraag 1, 2, 3 en 4 (blz. 7) 
Maken vraag 9, 10 en 11 (blz. 10)

Slide 1 - Slide

1.2 Soorten criminaliteit
Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan beschreven.
Overtreding = lichte schending van de wet (door rood rijden, wildplassen)
> lagere straffen, geen strafblad
Misdrijf = zware schending van de wet (diefstal, mishandeling, moord)
> hogere straffen, wel strafblad

Veel voorkomende criminaliteit = minder ernstig, wel heel hinderlijk voor de samenleving.
Bijvoorbeeld winkeldiefstal, zakkenrollen, voetbalvandalisme, fietsendiefstal, vernielingen, graffiti.
Maken vraag 5, 6, 7 en 8 (blz. 9) 
Maken vraag 14, 15 en 16 (blz. 10)

Slide 2 - Slide

2.1 Ons beeld van criminaliteit
Materiële gevolgen
Criminaliteit kost geld: schade voor slachtoffers, prijzen van bijvoorbeeld winkeliers worden duurder en er wordt geld uitgegeven aan opsporing.
Immateriële gevolgen
Angst en onveiligheid / gevoel van onrechtvaardigheid / normvervaging / minder vertrouwen in politiek en overheid / eigenrichting (zelf voor rechter gaan spelen).

Maken vraag 1, 2, 3 en 4 (blz. 17) 
Maken vraag 9, 10 en 11 (blz. 20 en 21)

Slide 3 - Slide

2.2 Ons beeld van criminaliteit
Mensen hebben vaak gevoelens van onveiligheid
- Nieuwsmedia berichten regelmatig over zware misdrijven. 
- Dat trekt veel lezers en kijkers aan, omdat het sensationeel nieuws is.
- Hierdoor kan een verkeerd beeld over criminaliteit ontstaan.
Hoe kun je een beter beeld krijgen?
- Politiestatistieken (geregistreerde criminaliteit) 
- Slachtofferenquetes
- Daderenquetes
- Veiligheidsmonitor
Maken vraag 5, 6, 7 en 8 (blz. 19) 
Maken vraag 14, 15 en 16 (blz. 23 en 24)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

3.1 Oorzaken van criminaliteit
Risicofactoren = dingen die de kans op criminaliteit vergroten
> psychische problemen / onveilige opvoeding / groepsdruk / alcohol en drugs

Beschermende factoren = dingen die de kans op criminaliteit verkleinen 
> werk / school / relatie / gezin / sociale vaardigheden

Recidivist = iemand die door blijft gaan met crimineel gedrag, ook als hij/zij ouder wordt. 

Maken vraag 1, 2, 3 en 4 (blz. 31) 
Maken vraag 11, 12 en 13 (blz. 35 en 36)

Slide 6 - Slide

Bindingstheorie

In ieder mens schuilt een crimineel.
Bindingen vormen een rem op criminele neigingen.

- affectieve bindingen (familie, vrienden)

- economische bindingen (werk)

- cognitieve bindingen (opleiding)

- politieke bindingen (vertrouwen in de overheid)

Slide 7 - Slide

Rationele keuze theorie

Criminaliteit is een bewuste afweging van kosten en baten.

De gelegenheid maakt de dief'


- Bereidwillige dader

- Geschikt doelwit

- Afwezigheid van bewaking



Slide 8 - Slide

Aangeleerd-gedragtheorie


- Crimineel gedrag is aangeleerd. 
- Criminelen verschillen niet van andere mensen.
- Criminelen hebben dezelfde doelen als andere mensen.
- Criminelen hebben een andere manier 
aangeleerd om deze doelen te bereiken.

Slide 9 - Slide

3.2 Theorieën over criminaliteit
Aangeleerd-gedragtheorie = Je hebt het geleerd van iemand anders.

Bindingstheorie = Goede bindingen remmen jou af om crimineel te worden.

Rationele-keuze theorie = Je kiest heel bewust voor criminaliteit, omdat je meer voordelen dan nadelen ziet.

Etikettentheorie = Door vooroordelen wordt je als crimineel gezien en soms ga je je er dan ook naar gedragen.

Maken vraag 9 en 10 (blz. 34) 

Slide 10 - Slide