Inleiding: zeg wat je gaat zeggen
Introduceer het onderwerp. Sluit aan bij de ervaringen van het publiek en maak ze nieuwsgierig.
Geef kort je mening over het onderwerp. Hoe korter je je mening formuleert, hoe beter de luisteraars begrijpen wat je bedoelt en hoe overtuigender je overkomt.
.
Middenstuk: zeg wat je te zeggen hebtNoem je argumenten. Begin met het belangrijkste argument.
Geef bij elk argument een voorbeeld, uitleg of persoonlijke ervaring.
Gebruik signaalwoorden om de argumenten op te sommen, zoals: ook, ten tweede, bovendien.
Slot: zeg wat je hebt gezegd
Herhaal jouw mening en je belangrijkste argument, bedank het publiek