T2: extra basisstof: 6: Voeding en vertering bij zoogdieren

2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kan bij zoogdieren het verband noemen tussen voedselkeuze, lengte van het darmkanaal en kenmerken van het gebit

Slide 2 - Slide

Wie eet wat?
Planteter: eet alleen planten.
 Bv. een konijn


Vleeseter: eet alleen vlees.
Bv. een vos
Alleseter: eet planten en dieren.
Bv. een koolmees (vogeltje). 

Slide 3 - Slide

herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 4 - Slide

Vleeseters         Planteneters             Alleseters

Slide 5 - Slide

Vragen?

Slide 6 - Slide

Een vleeseter heet ook wel . . . .
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor
D
Meatball

Slide 7 - Quiz

Een planteneter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 8 - Quiz

Een konijn is een planteter, vleesester of een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 9 - Quiz

Een kat is een
planteter, vleeseter of
een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 10 - Quiz

Planteneter, alleseter of vleeseter?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 11 - Quiz

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 12 - Quiz

Een planteneter heeft een
A
Kort verteringsstelsel
B
Middellang verteringsstelsel
C
Lang verteringsstelsel

Slide 13 - Quiz

een alleseter heeft
A
plooikiezen
B
knipkiezen
C
knobbelkiezen

Slide 14 - Quiz

Vleeseters hebben
A
plooikiezen
B
knobbelkiezen
C
knipkiezen

Slide 15 - Quiz

Wat is hier de planteneter?
A
konijn
B
uil
C
konijn en uil

Slide 16 - Quiz

Is het darmkanaal van een hond kort of lang
A
Lang
B
Kort

Slide 17 - Quiz

Het darmkanaal van een vleeseter is kort omdat?
A
de vleeseter slank moet zijn om te kunnen jagen
B
de vleeseter geen moeilijk verteerbare onderdelen hoeft te verteren
C
de vleeseter geen tijd heeft om rustig te eten. Het eten wordt snel afgepakt.
D
de vleeseter wel moeilijk verteerbare onderdelen moet verteren

Slide 18 - Quiz

Bij welk dier is het darmkanaal lang in verhouding tot het lichaam?
Bij het dier van schedel 1, 2 of 3?
A
1
B
2
C
3

Slide 19 - Quiz

Wat voor eter zie je hier?
Hoe heten de kiezen?
En hoe is de lengte van zijn darmkanaal?
A
Alleseter, Plooikiezen, Middellang darmkanaal
B
Planteneter, Plooikiezen, Lang darmkanaal
C
Alleseter, Knobbelkiezen, Middellang darmkanaal
D
Planteneter, Knobbelkiezen, Lang darmkanaal

Slide 20 - Quiz