Aardrijkskunde 2.5: Nederland multicultireel land

Aardrijkskunde 2.5: Nederland multicultureel land
Meneer de Vries
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aardrijkskunde 2.5: Nederland multicultureel land
Meneer de Vries

Slide 1 - Slide

Les planning
Les doelen bespreken
Les doelen vorige les herhalen
Nieuwe theoretische kennis
Zelfstandig werken
Vooruitblik volgende les
Einde les

Slide 2 - Slide

Les doelen
Aan het einde van deze les:
Weet jij welke immigranten eruit Nederlandse koloniën kwamen;
weet jij welke immigranten hier als arbeidsmigranten kwamen;
Weet jij wanneer iemand een migratieachtergrond heeft;
weet jij wat inburgeren is;
weet jij wat een multiculturele samenleving is.

Slide 3 - Slide

In Duitsland wonen de mensen ongelijk over het land verdeeld.
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsverspreiding
C
Migratie
D
Immigratie

Slide 4 - Quiz

In Nederland wonen de meeste inwoners in het westen.
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsverspreiding
C
Migratie
D
Immigratie

Slide 5 - Quiz

Welke drie talen worden er in België gesproken?

Slide 6 - Open question

Leg in een goede zin uit waarom deze monnik bij dit cultuurgebied hoort.

Slide 7 - Open question

Welk cultuurelement bepaalt dat deze monnik bij dit cultuurgebied hoort?

Slide 8 - Open question

Leg uit wat deze foto met amerikanisering te maken heeft.

Slide 9 - Open question

Vanaf wanneer ging de bevolkingsgroei snel in Nederland?
A
1900
B
1950
C
2020
D
2000

Slide 10 - Quiz

Vanaf wanneer ging de bevolkingsgroei erg snel in Nederland?
A
1900
B
1950
C
2020
D
2000

Slide 11 - Quiz

Is in Nederland de bevolking gelijk over het land verdeeld?

Slide 12 - Open question

De meeste Nederlanders wonen in de stad.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De bevolkingsdichtheid zegt iets over het aantal inwoners per vierkante kilometer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Nederland is aantrekkelijk voor buitenlanders
Nieuwe Nederlanders
Nederland staat al jaren in de top 10 van de beste landen om in te wonen. Nederland is daardoor aantrekkelijk voor buitenlanders. Deze nieuwe Nederlanders kun je verdelen in drie groepen:

  • immigranten uit vroegere Nederlandse koloniën, bijvoorbeeld Suriname;
    • arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Marokko en Turkije of Oost-Europa;
    • vluchtelingen, bijvoorbeeld uit Eritrea of Syrië die in Ter Apel verblijven.

Slide 15 - Slide

de meeste niet Nederlanders of mensen met een migratieachtergrond?
Wonen in Noord-Holland en Zuid-Holland, denk bijvoorbeeld aan de volgende steden:
Den Haag (ZH);
Rotterdam (ZH);
Schiedam (ZH);
Amsterdam (NH)
Haarlem (NH)
Haarlemmermeer (NH)

Nederland is een land met veel verschillende culturen, dit noemen we een multiculturele samenleving.




Slide 16 - Slide

Immigratie en emigratie
Immigratie: Personen vanuit het buitenland komen naar Nederland toe om te wonen.
Immigratie- prognose: Prognose is een verwachting. Immigratie- prognose is wat Nederland nog verwacht te ontvangen vanuit het buitenland.
Emigratie: Personen die vanuit Nederland vertrekken naar het buitenland.

Slide 17 - Slide

Bevolkingsgroei 4 grote steden
Rotterdam is de enige stad die gegroeid is door buitenlandse migratie.

Als je alleen naar binnenlandse verhuizingen (mensen die de stad verlaten en ergens anders in Nederland gaan wonen) kijkt, dan is Amsterdam gekrompen.

Door de grootte van de natuurlijke groei (er worden meer mensen geboren dan er dood gaan) krijgt Amsterdam in verhouding een jongere bevolking dan de andere steden.

In de grafiek zie je dus dat veel buitenlandse immigranten in de stad gaan wonen.
natuurlijke groei: er worden meer mensen geboren dan er dood gaan

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Asielzoekers en inburgeren
Mensen die naar Nederland komen, omdat zij vluchten voor de oorlog in hun land kunnen in Nederland asiel aanvragen.

De mensen die hier asiel aanvragen moeten dan inburgeren. Dit betekend dat zij de taal moeten leren en de gewoonte van het land moeten leren.


Slide 22 - Slide

Inburgering
Op de cartoon zie je nieuwe Nederlanders. In welke drie groepen, deze kun je indelen in:

A: immigranten uit koloniën;
B: arbeidsmigranten;
C: vluchtelingen.

Bij cartoon A en B zie je duidelijk dat deze groep zijn eigen cultuur kan gebruiken, naast de Nederlandse cultuur.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat wordt er bedoeld met iemand met een migratieachtergrond?

Slide 25 - Open question

Lees de stellingen over deze inwoners van Nederland. Wie zijn mensen met een migratie-achtergrond?
A
De vader van Giovanni woont zijn hele leven al in Almelo. Zijn opa kwam na de oorlog alleen naar Nederland.
B
Nathalia's ouders komen uit Polen, maar zij is in Leiden geboren.
C
Youri"s vader is getrouwd met een Portugese. Ze wonen in Eindhoven.
D
Kris woont in Nederland, maar is geboren in Nieuw-Zeeland. Haar ouders hebben daar een tijdje gewoond.

Slide 26 - Quiz

Wat is een multiculturele samenleving?

Slide 27 - Open question

In welke twee provincies wonen de meeste niet-Nederlanders of mensen met een migratieachtergrond?

Slide 28 - Open question

Hoe noemen we het proces waarbij mensen van Amsterdam naar Almere gaan verhuizen?
A
Binnenlandse verhuizingen
B
Emigratie
C
Immigratie
D
Verhuizen

Slide 29 - Quiz

Er worden meer kinderen geboren dan dat er mensen sterven. Hoe noemen we dit?

Slide 30 - Open question

Door de grootte van de natuurlijke groei krijgt deze stad in verhouding een jongere bevolking dan de andere steden. over welke stad gaat het hier?

Slide 31 - Open question

Als je alleen zou kijken naar binnenlandse verhuizingen was de bevolking van deze stad gekrompen.

Slide 32 - Open question

Dit is de enige stad die ook is gegroeid door binnenlandse migratie.


Slide 33 - Open question

Welke stad heeft de minste binnenlandse verhuizingen?


Slide 34 - Open question

In alle vier grote steden is er veel buitenlandse migratie. Wat gebeurt er met de grootte van de bevolking als er meer immigratie dan emigratie is?


Slide 35 - Open question

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van paragraaf 2.5

Als je klaar bent laat je werk zien aan de docent.
timer
30:00

Slide 36 - Slide

Einde les
Leer goed voor je toets.

Slide 37 - Slide