havo 4 pluriforme samenleving 2

Pluriforme samenleving
Les 3

1 / 29
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Pluriforme samenleving
Les 3

Slide 1 - Slide

Vakbegrippen lijst / kennislijst 

Nature 
Nurture
Socialisatie
Internalisatie
Sancties
Socialiserende instituties

Leerdoelen
Je kan uitleggen hoe mensen worden wie ze zijn


Slide 2 - Slide

Socialisatie

Slide 3 - Slide

socialisatie is:

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen nature- en nurture aanhangers?
A
Nature aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
B
Nurture aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
C
Nature aanhangers geloven in aangeleerde eigenschappen
D
Nurture aanhangers geloven hetzelfde als nature aanhangers

Slide 7 - Quiz

Aangeboren/ aangeleerde eigenschappen 
Aangeboren: eigenschappen die erfelijk zijn en die je hebt vanaf je geboorte.

Aangeleerd: eigenschappen die je overneemt van je omgeving. 
Nature- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeboren eigenschappen. 
Nurture- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeleerde of afgeleerde eigenschappen 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Welke conclusies kan je trekken als je kijkt naar deze twee verhalen?

Slide 11 - Open question

Cultuur is?
A
nature (aangeboren)
B
nurture (aangeleerd)

Slide 12 - Quiz

Socialisatie
Het proces waarbij je bewust of onbewust de normen en waarden van een groep krijgt aangeleerd.

Slide 13 - Slide

internalisatie

Slide 14 - Slide




Internalisatie



Aangeleerde normen en waarden zijn 
vanzelfsprekend geworden

Slide 15 - Slide


  • Positieve sancties
  • Een traktatie




  • ...



  • Negatieve sancties
  • Nablijven
  • ...
  • Formele sancties
  • Een boete
  • Een diploma
  • ...


  • Informele sancties
  • Huisarrest
  • Een compliment
  • ...

Slide 16 - Slide

Socialiserende instituties
 De verschillende structuren, organisaties en mechanismen in de samenleving die een cruciale rol spelen bij het socialisatieproces van individuen. 

Slide 17 - Slide

Socialiserende instituties en sociale controle
Socialiserende instituties:
  • gezin
  • huwelijk
  • school
  • werk
  • vriendenkring
  • kerk
  • sportclub enz.
  • overheid
  • media

Slide 18 - Slide

Door deze socialiserende instituties worden individuen blootgesteld aan verschillende aspecten van de samenleving en worden ze voorbereid op hun rol en functie binnen die samenleving. Deze instituties werken vaak samen om een samenhangend systeem van normen, waarden en gedragingen over te dragen dat van generatie op generatie wordt doorgegeven en de sociale cohesie bevordert.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat is socialisatie?
A
Opvoeding en imitatie
B
Het sociaal met andere mensen omgaan.
C
Het gesprek dat je voert voor een baan
D
Het on/bewust aanleren van cultuur/ waarden normen en gewoonten

Slide 21 - Quiz

Geef een voorbeeld van een informele negatieve sanctie

Slide 22 - Open question

Wat is een ander woord voor sanctie?

Slide 23 - Open question

Geef een voorbeeld van een formele positieve sanctie

Slide 24 - Open question

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie

Slide 25 - Quiz

Sanctie betekent
A
Straf
B
Laten weten of iets goed of fout is gegaan
C
aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
D
Mensen letten op hoe je je gedraagt

Slide 26 - Quiz

Strafwerk krijgen of een te-laat briefje halen is een voorbeeld van een:
A
positieve sanctie
B
negatieve sanctie
C
imitatie
D
sociale controle

Slide 27 - Quiz

De meeste socialisatie vindt plaats door?
A
Sociale controle
B
Expliciete socialisatie
C
Imitatie
D
Formele sancties

Slide 28 - Quiz

Heb je nog vragen of tips?

Slide 29 - Open question