Hoofdstuk 2: crisis, ellende en schaamte deel 8

uit het boek sociale zekerheid
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

uit het boek sociale zekerheid

Slide 1 - Slide

Roaring Twenties
Crisis van de jaren 30

Slide 2 - Drag question

Sleep naar het juiste vak:
Oorzaken van de crisis
Gevolgen van de crisis
Mensen lenen veel geld
Grote werkloosheid
Bedrijven gaan failliet
Overproductie

Slide 3 - Drag question

tijd van crisis
tijd van crisis

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video


Eerste sociale wetten

  • Ongevallenwet (1901)
  • Woningwet (1901)
  • Leerplichtwet (1901)
  • Invaliditeitswet, Ouderdomswet, Ziektewet (1913)
  • Werkloosheidsbesluit (1917)

Doordat woningen onbewoonbaar werden verklaard, moesten er nieuwe woningen worden gebouwd. Deze nieuwe woningen werden gebouwd volgens een aantal nieuwe regels. Klik op de hotspots (en de afbeeldingen) hieronder om de veranderingen te bekijken.
1
2

Slide 8 - Slide

Crisis in de wereld
  • 1929 was er in Amerika een beurskrach: in één klap waren aandelen minder waard.
  • Veel mensen verloren hierdoor hun spaargeld en konden niet veel meer uitgeven.
  • Bedrijven kwamen hierdoor in de problemen: ze verkochten minder en moesten mensen ontslaan. Die kochten dan ook niks meer


Slide 9 - Slide

Crisis in de wereld
  • Als gevolg daarvan werd er nog minder bij bedrijven gekocht: ze gingen failliet
  • Landen in Europa werden ook bij de crisis betrokken.
  • Ook in Nederland moesten bedrijven en fabrieken sluiten: het aantal werklozen in Nederland steeg tussen 1929 en 1935 van 22.000 tot bijna een half miljoen


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
De koersen van aandelen stijgen
Veel vertrouwen in de economie.
Aandelen blijken minder waard te zijn.
Weinig vertrouwen in de economie.
Mensen komen in de schulden en raken hun werk kwijt.
Aandelen worden snel minder waard.
Veel mensen kochten aandelen.
Mensen verkopen snel hun aandelen.

Slide 12 - Drag question

Hulp aan werkelozen
  • Werklozen kregen nauwelijks steun van de overheid.
  • Alleen werkloze mannen (21-60 jaar) kregen een steunuitkering. Soms was er een werkloosheidsverzekering (60 dagen)

Slide 13 - Slide

Hulp aan werkelozen
  • • Hiervoor moesten ze twee keer per dag stempelen. 
  • De overheid probeerde werkelozen aan het werk te helpen in werkverschaffingsprojecten, zoals het aanleggen van kanalen en dijken.
  1. Het bekendste werkverschaffingsproject is de aanleg van de afsluitdijk  (1932).


Slide 14 - Slide

Vernedering
  • De steunuitkering was voor de meeste gezinnen te laag.
  • 1 Daarom konden ze een speciale uitkering krijgen
  • • Ze kregen dan bijvoorbeeld een broek en schoenen waar een stempel in stond.
  • • Omdat iedereen deze stempel kon zien was dit vernederend.
  • • Om de werklozen te helpen werd in 1931 het Nationaal Crisis Comité  opgericht.
  • • Het geld hiervoor werd bijeengebracht door rijke burgers.

Slide 15 - Slide

Belangrijkste van deze les
  • Crisisjaren van de jaren 30
  • 1929 --> beurskrach (crisis vanuit Amerika naar Europa)
  1. Bedrijven gingen failliet 
  2. mensen raakten hun spaargeld kwijt
  3. Vele werkelozen 
  • Hulp aan werklozen
  1. steun 
  2. werkverschaffingsprojecten 
  3. vernedering

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link