Les 1: voorstellen

Les 1

Voorstellen

Opdracht: je stelt jezelf voor. Hier heb je 1 minuut voor. 

De klas: Maak aantekeningen. Geef tops en tips (aan het einde van de les)


1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 1

Voorstellen

Opdracht: je stelt jezelf voor. Hier heb je 1 minuut voor. 

De klas: Maak aantekeningen. Geef tops en tips (aan het einde van de les)


Slide 1 - Slide

Les 2

Terugblik vorige les.
Verder met de voorstelopdracht.

Opdracht: Je krijgt een 'emotie' toegewezen. Daarna zeg je het alfabet op met deze emotie. De rest moet de emotie raden.

Emoties: vreugde
verdriet, angst, woede, verbazing, afschuw, bewondering, jaloezie, afgunst, hoop, wanhoop, verwijt, liefde, trots, spijt, berouw, haat, schaamte, schuldgevoel, minachting

Slide 2 - Slide

Les 3 en 4

Terugblik vorige les.
Troublespeech
Probeer jezelf uit een hele lastige situatie te praten.

Je krijgt een situatie voorgelegd. Hieronder staan er enkele die je kan gebruiken, maar je kan ook zelf er een bedenken. Vervolgens krijg je 15 minuten de tijd om een speech van 3 minuten voor te bereiden. Het doel van die speech is om jezelf te redden uit de situatie. Je kunt uitleggen dat het niet zo erg is als het lijkt of juist alles bekennen. Je kunt om vergiffenis vragen of een ander beschuldigen van een valse aanklacht. Jij bepaalt jouw strategie!

Slide 3 - Slide

Les 3 en 4

Terugblik vorige les.
Troublespeech

Situatie A
Als leraar ben je nu echt te ver gegaan: de leerlingen had minstens drie uur nodig om hun huiswerk te maken. De volgende dag kom je terug in de klas en moet je de boze groep toespreken.


Situatie B
Als minister-president van Nederland heb jij besloten België binnen te vallen. Nederlanders steunen je, maar de Belgen nemen het hoog op. Op een persconferentie moet jij een woedende groep Belgische journalisten toespreken.


Situatie C
Je bent de directeur van een bedrijf. Door de economische omstandigheden moet je de helft van de werknemers ontslaan. Er gaan al wat geruchten rond dat het er mensen de laan uit worden gestuurd. Nu is het aan jou om duidelijkheid te scheppen terwijl je iedereen toespreekt.

Slide 4 - Slide

Les 5

Terugblik vorige les.
Ballondebat

Vraag vijf vrijwilligers om naar voren te komen. Laat elke vrijwilliger een bekende Nederlander kiezen (bijvoorbeeld Marco Borsato, Filemon Wesselink, Sacha de Boer).

Deze vijf BN’ers maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 5 - Slide

Les 5 

Terugblik vorige les.
Ballondebat

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hooggebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Slide 6 - Slide

Les 6

Terugblik vorige les.
Ballondebat

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Sluit af met applaus voor de winnaar van het ballondebat!

Slide 7 - Slide

Les 6

Zeg eens Uuuhhhh

Verdeel de groep in twee teams. Zij gaan in twee rijen tegenover elkaar staan.

Het eerste lid van team A krijgt een woord (bijvoorbeeld: uitgaan, de leukste leraar, de krant) en de opdracht daar een minuut lang over vol te praten. Maar als hij “uhhh” zegt is hij af. Het andere team moet daarvoor op tafel slaan. Zij krijgen vervolgens de beurt.

Dat andere team mag dan over hetzelfde woord praten, maar hoeft slechts de resterende tijd vol te maken. Dit kan dus betekenen dat een lid van team A 55 seconden vol praat en dan ineens “uhhh” zegt, waardoor een lid van team B nog maar vijf seconden hoeft vol te praten.

Bij twijfel (of er wel “uhhh…” is gezegd) beslist de docent. Opsommingen en overduidelijk niet ter zake doende informatie leidt ook tot verlies van de beurt.

Slide 8 - Slide

Les 7

Pakkende opening

Opdracht
Iedereen krijgt een stelling en een positie (voor of tegen). Hij krijgt maximaal tien minuten om die voor te bereiden. Maar hij hoeft geen heel betoog voor te bereiden. Hij hoeft slechts zijn opening te bedenken: een pakkende introductie (misschien met een uiteenzetting van het probleem) en de opsomming van de structuur. Met andere woorden, leer een goede eerste indruk te maken!

Slide 9 - Slide

Les 8

E-journal en Pakkende opening

Ejournal: uitleg en groepjes maken

Pakkende openingIedereen krijgt een stelling en een positie (voor of tegen). Hij krijgt maximaal tien minuten om die voor te bereiden. Maar hij hoeft geen heel betoog voor te bereiden. Hij hoeft slechts zijn opening te bedenken: een pakkende introductie (misschien met een uiteenzetting van het probleem) en de opsomming van de structuur. Met andere woorden, leer een goede eerste indruk te maken!

Slide 10 - Slide

Les 8

Stelling

Lachgas is al langere tijd bezig met een opmars. Behalve dat het gebruik toeneemt, is lachgas ook op steeds meer plekken verkrijgbaar. Niet alleen op festivals en huisfeesten wordt het gebruikt, her en der is het in de horeca aan de bar te bestellen. Veel achtergelaten patronen zijn terug te vinden op straat. Het kabinet wil de verkoop van lachgas aan minderjarigen nu aan banden leggen. Er moet niet alleen een leeftijdsgrens komen, ook moet er een maximum komen voor het aantal patronen dat gekocht mag worden. De stelling luidt: De verkoop van lachgas aan minderjarigen moet verboden worden.

Slide 11 - Slide

Les 10

Ejounals bekijken en daar waar nodig bijwerken

Stop! Waarom?

Leerdoel
Leren redeneren en een standpunt onderbouwen. Deze oefening is nuttig om een argument verder uit te werken. Zeker bij Amerikaans en Brits Parlementair debat is dat erg belangrijk.



Slide 12 - Slide

Les 10

Stop! Waarom?

Opdracht
Elke leerling krijgt een stelling. Hij heeft de taak om één argument voor die stelling te geven. Als hij iets zegt zonder dat hij het (voldoende) onderbouwt, mag iemand in de groep “Stop!” roepen en “Waarom?” vragen.

Stelling:
- Het testen van cosmetische producten op dieren moet verboden worden

- Bij concrete terroristische dreigingen is martelen geoorloofd
- Gewelddadige games moeten verboden worden

Slide 13 - Slide

Les 11

Kettingdebat
Leerdoel
Bedenken van argumenten en snel reageren op elkaar.

Opdracht
Verdeel de groep in tweeën en laat de twee groepen in rijen tegenover elkaar zitten. Geef de groep een stelling. De ene helft is voor de stelling, de andere helft tegen. Om en om komen voor- en tegenstanders aan de beurt. De eerste voorstander is de eerste in de rij en geeft een eigen argument. De eerste tegenstander reageert daar kort op of geeft een eigen argument. En zo gaat het verder tot het einde van de rij en dus iedereen een keer heeft gesproken.


Slide 14 - Slide


Stelling:
Ananas op pizza kan niet!

Slide 15 - Slide

Les 11

Kettingdebat

Feedback
Vraag aan de debaters wat ze makkelijker vonden: zelf een argument bedenken of reageren op de ander? Meestal zie je dat in het heetst van de strijd debaters vooral op elkaar reageren. Maar de zwakte van de tegenstander zit vaak in wat bewust of onbewust wordt verzegen. Daarom doe je er goed aan om goed bij jezelf na te gaan wat de tegenpartij verzwijgt!


Slide 16 - Slide

Les 12




Slide 17 - Slide

Les 12

Lagerhuisdebat

Stelling groep 1: Kinderen moeten verplicht gevaccineerd worden
Stelling groep 2: Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen


Klas wordt verdeeld in 'voor' en 'tegen'. Je krijgt 20 minuten voorbereidingstijd en daarna gaan wij in 2 rondes debatteren. Iedere ronde duurt 5 minuten.

Tijd over? Dan 'achterstevorendebat'




Slide 18 - Slide

Les 13

Lagerhuisdebat

Stelling groep 1: Iedereen moet verplicht DNA-materiaal afstaan
Stelling groep 2: Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden


Klas wordt verdeeld in 'voor' en 'tegen'. Je krijgt 20 minuten voorbereidingstijd en daarna gaan wij in 2 rondes debatteren. Iedere ronde duurt 5 minuten.

Tijd over? Dan 'Het Malieveld moet geasfalteerd worden'




Slide 19 - Slide