This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Herhaling
THEMA ORDENING
Slide 1 - Slide
Ordening
Slide 2 - Slide
Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je een groep organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
Ras
B
Soort
C
Rijk
Slide 4 - Quiz
Noem de 4 rijken waar wij naar hebben gekeken tijdens de lessen
Slide 5 - Open question
Welk RIJK heeft deze eigenschappen: geen bladgroen-geen celkern-wel een celwand
Slide 6 - Open question
Bij welk RIJK hebben de cellen géén CELWAND?
Slide 7 - Open question
Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren
Slide 8 - Quiz
Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Geleedpotigen
D
Dieren
Slide 9 - Quiz
Om bier te maken worden nuttige schimmels gebruikt
A
dat is waar
B
dat is niet waar
Slide 10 - Quiz
Horen de SPONZEN bij het plantenrijk of bij het dierenrijk?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
Slide 11 - Quiz
Brood wordt gemaakt met hulp van een
A
Schimmel
B
Bacterie
C
virus
Slide 12 - Quiz
Bij welke groep van het plantenrijk hoort deze plant?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 13 - Quiz
Alle geleedpotigen hebben een uitwendig skelet van chitine, het pantser.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Een organisme met bladgroenkorrels is een:
A
schimmel
B
bacterie
C
dier
D
plant
Slide 15 - Quiz
Keuzes:
- LessonUp
- BvJ: opdrachten (selectie), test jezelf, oefentoets
-Biologie met Joos Youtube,
- Extra oefeningen en oefentoetsen:biologiepagina.nl
Slide 16 - Slide
Naaktzadig of bedektzadig?
A
Naaktzadig
B
Bedektzadig
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je een groep organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
Ras
B
Soort
C
Rijk
Slide 18 - Quiz
Welke klasse heeft naaldvormige bladeren?
A
Bedektzadigen
B
Naaktzadigen
Slide 19 - Quiz
De eieren van een papegaai hebben een leerachtige schaal.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van een zoogdier?
A
Haren
B
Levendbarend
C
Kieuwen
D
Warmbloedig
Slide 21 - Quiz
Je ontdekt in je achtertuin een beestje dat je nooit eerder hebt gezien. Je twijfelt of het een insect of een spinachtige is. Hoe kun je bepalen tot welke klasse dit diertje hoort?
A
Je kunt bekijken of het dier een inwendig skelet heeft.
B
Je kunt bekijken of het dier een pantser heeft.
C
Je kunt het aantal leden tellen.
D
Je kunt het aantal poten tellen.
Slide 22 - Quiz
Bestaan de poten van een lieveheersbeestje uit leden?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Antibiotica werken tegen..
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels
D
Bacteriën en virussen
Slide 24 - Quiz
Is dit een blad van een bedektzadige of naaktzadige
A
Bedekt
B
Naakt
Slide 25 - Quiz
Slakken en mosselen behoren beide tot de weekdieren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Video
Je zag een organisme uit het rijk van de DIEREN. In welke groep hoort dit dier thuis?
A
Gewervelden
B
neteldieren
C
Weekdieren
D
Geleedpotigen
Slide 28 - Quiz
Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.
Slide 29 - Quiz
Dit dier is GEWERVELD
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 30 - Quiz
Algen zijn een klasse van de zaadplanten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Wat is dit?
Slide 32 - Open question
Bij welke STAM van de dieren hoort dit dier?
A
Sponzen
B
Eencelligen
C
Stekelhuidigen
D
Neteldieren
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Tot welke STAM behoren de SLANGEN?
A
Wormen
B
weekdieren
C
Gewervelden
D
Geleedpotigen
Slide 36 - Quiz
De slang is een gewerveld dier. Tot welke groep hoort deze?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vissen
D
Zoogdieren
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Video
Een dolfijn is levendbarend... Bij welke groep hoort dit gewerveld dier?
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
Amfibieën
D
Reptielen
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Video
Om organismen in een RIJK te kunnen indelen kijk je naar drie eigenschappen