Thema kleidng & tegenstellingen

Kleding
Doel: je kent de woorden van het thema 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Kleding
Doel: je kent de woorden van het thema 

Slide 1 - Slide


Luisteren: Taalrap 8
Lowan th.3: DICTEE?
Lowan th.3: Training
Quizlet Lowan th.3
Lowan spreken th. 3
Kijken & luisteren: Jeugdjournaal
Ster in lezen 1.3
HZS boek 1/7
Woord voor woord les 1
Woord voor woord
Nieuwsbegrip tekst Alfa A

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?
A
sokken
B
rokken
C
t-shirt
D
trui

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
sok
B
rok
C
ondergoed
D
bikini

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
sokken
B
rokken
C
ondergoed
D
trui

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
vest
B
trui
C
shirt
D
jurk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
trui
B
t-shirt
C
jurk
D
rok

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke kledingstukken ken je?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke kledingstukken zag je net?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke kledingstukken zag je net?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke kledingstukken zag je net?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke kledingstukken zag je net?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Welke kleding heb jij aan vandaag?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Tegenstellingen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn tegenstellingen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

tegenstelling > aan - uit 
de schoenen aan doen 

de schoenen uit doen 

uit trekken 
aan trekken 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

jong
oud

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

lelijk
mooi

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

kort en lang 
  • klein ><groot
  • lang duren (tijd)
  • kort > <lang
  • zin: De man  is 2.05 meter. Dat is lang!
  • zin:  Hij is 20 minuten op de wc. Dat duurt lang!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

dik
dun

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen
Niet klein,  maar ......
Niet mooi, maar .....
Niet lang, maar ......
Niet dik,  maar ......

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

 Tegenstellingen
Welke ken je?
Beeld uit

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Tegenstelling van dik

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Tegenstelling van klein

Slide 29 - Open question

This item has no instructions