§4.2 Tussen de oorlogen - Fascisme

§4.2 Tussen de oorlogen
Fascisme
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§4.2 Tussen de oorlogen
Fascisme

Slide 1 - Slide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Hoe de consumptiemaatschappij ontstond
  • Wat de economische crisis van 1929 was
  • Hoe fascisme ontstond

Slide 3 - Slide

Voordat we beginnen
Lees eerst §4.2 vanaf 'Welvaartsgroei'

Slide 4 - Slide

In welk land was er grote welvaart na 1920?
A
Rusland
B
Duitsland
C
Verenigde Staten
D
Engeland

Slide 5 - Quiz

Consumptiemaatschappij
Na WO1 nam de welvaart in het westen toe
Vooral de VS kregen een flinke voorsprong
Dit was te merken in wat mensen konden kopen
Het werd heel belangrijk luxe dingen te kopen
Er ontstond een consumtiemaatschappij
- Bijna iedereen had een auto
- Iedereen had elektriciteit
- Veel mensen hadden een koelkast'
- Veel mensen hadden een stofzuiger
- Mensen gingen naar de bioscoop, een restaurant of sportwedstrijd
Een maatschappij waarin het heel belangrijk is om luxe en dure dingen te kopen

Slide 6 - Slide

Filmpje
De stofzuiger

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Crisis
In de VS werden die luxe dingen gekocht met geleend geld

Maar in 1929 ging dat fout (schema)

Dit was de economische crisis

Iedereen leent geld en maakt dus schulden 
1
Iedereen koopt wat ze nodig hebben
2
Fabrieken produceren heel veel
3
Mensen kopen niks omdat ze het al hebben
4
De fabrieken verliezen veel geld en moeten mensen ontslaan
5
Mensen kunnen hun leningen niet terugbetalen
6
Banken en bedrijven gaan failliet
7
Miljoenen mensen zijn werkloos en hebben geen geld (crisis)
8

Slide 9 - Slide

Zet de oorzaken van de crisis in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Miljoenen mensen zijn werkloos en hebben geen geld (crisis)
H
Banken en bedrijven gaan failliet
C
Mensen kunnen hun leningen niet terugbetalen
F
De fabrieken verliezen veel geld en moeten mensen ontslaan
G
Mensen kopen niks omdat ze het al hebben
B
Fabrieken produceren heel veel
E
Iedereen koopt wat ze nodig hebben
D
Iedereen leent geld en maakt dus schulden 
A

Slide 10 - Drag question

Crisis in Europa
De crisis was ook te merken in Europa
In Nederland werd 1/3 werkloos
In Duitsland was geld helemaal niks meer waard
Het werd gebruikt als behang, speelgoed of brandhout

Slide 11 - Slide

Filmpje
Geld in Duitsland

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Filmpje
Histoclip: De economische crisis (optioneel voor meer uitleg)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Fascisme
In deze tijden hadden weinig mensen vertrouwen in de democratie
Mensen wilden partijen die tegen democratie waren
In Italië waren daardoor de fascisten aan de macht gekomen
Fascisten waren nationalistisch, militaristisch en geweldadig
Zij hadden onder leiding van mussolini Italië totalitair gemaakt

Slide 16 - Slide

Nationaalsocialisme
In Duitsland ontstond het nationaalsocialisme (nazi's/nazisme)
Het was fascisme plus rascisme
Dit hield in dat alle "Germanen" superieur zijn
Duitsland werd totalitair met Hitler als Führer (leider)
Dus wel de gebieden op de kaart, niet de Slavische volken, zwarten, Joden, Aziaten, etc.

Slide 17 - Slide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 5 t/m 9

Slide 19 - Slide