-Waar sta je?
- Is het ochtend, middag of avond?
- Ben je alleen of met anderen?
- Als je met anderen bent: met wie? Hoe is de sfeer?
- Werd er iets gezegd? Schrijf een paar zinnen op die je je kan herinneren.
- Is het warm, koud of er tussenin?
- Wat zie je allemaal om je heen? Mensen? Dingen? Kleuren?
- Wat voor geluiden hoor je?
- Waar ruikt het naar?
- Was het een eerste keer die goed was voorbereid? Wat deed je voor dat specifieke moment?
- Wat deed je op dat moment? Hoe reageerde je op dingen?
- Wat had je ook kunnen doen?
- Wat voor gedachten had je?
- Hoe voelde je je?
- Wat deed je ná deze eerste keer?
- Wat zou je anders hebben gedaan? “Helemaal niks” is ook een antwoord.
- Neem nog één minuutje om het schrijven af te maken, daarna gaan we verder naar een andere oefening.
- schrijf 2 korte of 1 lange ervaring