TW3 eerste les 2025 V3

Vandaag
Planning bespreken
Toets voor TW 3 bespreken
Lezen H3
Zelfstandig werken 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
Planning bespreken
Toets voor TW 3 bespreken
Lezen H3
Zelfstandig werken 

Slide 1 - Slide

Planning
Deze periode: schrijven (en woordenschat)
Toets in TW3: overtuigende tekst schrijven (nette brief)

We gaan deze periode ook 'Lezen',  'Formuleren' en 'Spelling' behandelen; allemaal nodig voor je toets.

Slide 2 - Slide

 Talent 3.3 lezen
Je leert:
  • wat een betoog is;
  • objectieve en subjectieve argumenten herkennen;
  • hoe je argumenten kritisch kunt lezen;
  • argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie?

Slide 4 - Open question

Betoog 

Slide 5 - Slide

Wat is een betoog? 

In een betoog geeft de schrijver zijn mening en licht die toe met argumenten.

Een betoog heeft meestal een driedeling: inleiding, middenstuk en slot.


Slide 6 - Slide

Kritisch lezen van argumenten

In een betoog zijn het vooral de argumenten die je kritisch moet lezen/beoordelen. 

Bij objectieve argumenten vraag je je af: is dit waar? Is het werkelijk gebeurd? Is dit onderzocht?
Bij subjectieve argumenten: Vind ik dit ook? Komt dit overeen met mijn mening? Waarop is dit gebaseerd?

Slide 7 - Slide

Wat is de inhoudelijke tekstopbouw van een betoog?
Inleiding
middenstuk
Slot
De schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
De schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.
De schrijver geeft zijn mening over het onderwerp.

Slide 8 - Drag question

Waarom wordt een beoordeling tot de betogende teksten gerekend?

Slide 9 - Open question


Is het argument objectief of subjectief?
Ik zou deze jas niet kopen, want hij is echt te duur.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 10 - Quiz


Is het argument objectief of subjectief?
Ik ga liever naar café Rosa, want dat is minder ver
fietsen vanaf mijn huis.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 11 - Quiz

Is het argument objectief of subjectief?
Veel ontbijtgranen zijn ongezond, want slechts 44%
van de ontbijtgranen in de winkel krijgt volgens de
Consumentbond de hoogste beoordeling (een A)
voor gezonde ingrediënten.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 12 - Quiz

Is het argument objectief of subjectief?
Het is vandaag een goede dag om naar het strand
te gaan, want het is lekker warm.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 13 - Quiz

Waarom?


Of het op een plek buiten drie graden onder nul is, kun je controleren. Je kunt kijken op een thermometer of op een weersite op internet. Dit is dus een objectief argument. Of het buiten koud is, is subjectief. Jij vindt het misschien koud buiten, maar dit hoeft niet voor iedereen te gelden. 

Bij een subjectief argument kan het dus zo zijn dat iemand een andere mening heeft en het niet eens is met jou!

Slide 14 - Slide

Subjectieve argumenten

Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd. Objectieve (feitelijke) argumenten kun je altijd controleren op hun juistheid. Subjectieve argumenten niet. 

Als vandaag alles open is, dan ga ik liever naar de Pathé dan naar het Forum, want de Pathé is een betere bioscoop.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken:
Maken Lezen 3.3 opdrachten 1, 2, 4 en 6 (niet af? huiswerk!)

Slide 16 - Slide