What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modals
Welcome
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welcome
Slide 1 - Slide
Dutch
Je
moet
naar de dokter
gaan
.
Ik
moet
de afwas
doen.
Slide 2 - Slide
English
You
must
go
to the doctor.
I
should do
the dishes.
Slide 3 - Slide
Welcome!
Na deze les:
Weet je wat modal verbs zijn.
Weet je wanneer je deze moet gebruiken.
Kun je zinnen maken met modal verbs.
Slide 4 - Slide
should
-
have to
-
must
Deze hulpwoorden gebruik je om te zeggen dat er iets moet gebeuren.
1.
Should
=advies.
2.
have to
= het moet, het is verplicht.
3.
must
= als je zelf vindt dat het moet of om iemand sterk aan te raden iets te doen, maar het is niet verplicht.
Slide 5 - Slide
Should
Should = advies
You should stop eating fast food if you want to stay healthy.
You should wear a warm coat if you don't want to get cold.
Slide 6 - Slide
Have to
Have to = verplicht.
All drivers have to stop in front of a red traffic light!
Slide 7 - Slide
Must
must = als je zelf vindt dat het moet of als het moet om een bepaald resultaat te bereiken, maar het is niet verplicht.
I
must
go to bed early tonight if I want to be ready for the test tomorrow.
Slide 8 - Slide
Na een modal komt het hele werkwoord!
You
have to take
your medication.
I
should eat
something.
We
must go
to bed early.
Slide 9 - Slide
Een modal verandert meestal niet van vorm
I
should
go
to school.
You
should
go
to school.
He/She/It
should
go
to school.
We
should
go
to school.
They
should
go
to school.
Slide 10 - Slide
Have to
Dit is de enige modal die wel verandert:
I
have to
go
to school.
You
have to
go
to school.
He/she/it
has to
go
to school.
We
have to
go
to school
They
have to
go
to school
Slide 11 - Slide
She ..... (to take) her medication.
A
have to
B
has to
C
should
D
must
Slide 12 - Quiz
You ..... brush your teeth twice a day.
A
have to
B
has to
C
should
D
must
Slide 13 - Quiz
People ..... drink water to stay alive.
A
have to
B
has to
C
should
D
must
Slide 14 - Quiz
Vertaal in het Engels:
Jij moet naar de dokter gaan. (Verplicht)
Slide 15 - Open question
Maak een goede zin:
Ik moet meer groenten eten.
Slide 16 - Open question
can/could
Je gebruikt can of could vooraan een vraag als je vraagt of jij/iemand anders iets kan doen.
Can you call me back?
Could you give me some money, please?
Could is de beleefde versie van can!
Slide 17 - Slide
Hoe vraag je aan een vriend(in):
Kun je het raam open doen?
Slide 18 - Open question
Hoe vraag je aan je vader of moeder:
Kun je me helpen?
Slide 19 - Open question
Hoe vraag je aan je leraar:
Kunt u mij alstublieft helpen?
Slide 20 - Open question
Vraag aan iemand die je niet kent:
Kunt u mij alstublieft vertellen hoe laat het is?
Slide 21 - Open question
Samenvattend:
Can, could, should, have to and must zijn hulpwerkwoorden.
Deze werkwoorden veranderen niet van vorm, behalve have to. Bij he/she/it wordt het has to.
Ze staan voor het echte werkwoord.
Slide 22 - Slide
Done!
What did we learn?
Slide 23 - Slide
Ik weet nu wat modals zijn en hoe ik daar zinnen mee kan maken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
More lessons like this
Modals
June 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Modals
February 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Modals
March 2023
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Modals
March 2023
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals BK
January 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Modals
November 2022
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Modals
January 2023
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2