This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
niet
ne ... pas
niet ... meer
ne ... plus
nooit
ne ... jamais
niets
ne ... rien
niemand
ne ... personne
nog ... niet
ne ... pas encore
Let op!!
Nestaat voor de persoonsvorm, passtaat er vlak achter.Als ne voor een woord staat dat begintmet een klinker of een stomme h, dan verandert het in n’Uitzondering: ne … personnepersoonsvorm + voltooid deelwoordpersoonsvorm + hele werkwoordPar exemple: Je n’ai vu personne. /Je ne veux voir personne
https://docs.google.com/document/d/1soqolVW9RkUnNgdB9KePbBUmUnMjXpbnwBP8PrE_CEc/edit
- onregelmatige werkwoorden uitschrijven
(volgende keer laten zien)
Présent:je boistu boisil boitnous buvonsvous buvezils boivent
Passé composé:j’ai butu as buil a bunous avons buvous avez vuils/elles ont bu
Imparfait:je buvaistu buvaisil buvaitnous buvionsvous buviezils boivaient
Futur:je boiraitu boirasil boiranous boironsvous boirezils boirent