What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
huiswerk 3.3 vraag 35-46
huiswerk 3.3 vraag 35-46
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
39 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
huiswerk 3.3 vraag 35-46
Slide 1 - Slide
∠
Q
=
∠
S
=
5
4
°
(draaisymmetrie)
Slide 2 - Slide
∠
S
=
∠
Q
=
5
4
°
(draaisymmetrie)
∠
P
=
1
8
0
°
−
5
4
°
=
1
2
6
°
(gestrekte hoek)
∠
R
=
∠
P
=
1
2
6
°
(draaisymmetrie)
Slide 3 - Slide
dat zie je aan de gelijke pijltjes
∠
B
=
1
8
0
°
−
3
2
°
−
3
8
°
=
1
1
0
°
(hoekensom 3hoek ABC)
a b
Slide 4 - Slide
∠
D
1
=
∠
C
=
3
8
°
(schuifsymmetrie, F-hoek)
∠
D
2
=
1
8
0
°
−
3
8
°
=
1
4
2
°
(gestrekte hoek)
c Bereken hoek D1 en D2
Slide 5 - Slide
bekijk driehoek AED
∠
D
1
=
3
8
°
∠
E
1
=
1
8
0
°
−
3
8
°
−
3
2
°
=
1
1
0
°
∠
E
2
=
1
8
0
°
−
1
1
0
°
=
7
0
°
(gestrekte hoek)
d Bereken hoek E1 en E2
(hoekensom 3hoek)
(vraag c)
Slide 6 - Slide
eerst hoek B:
∠
B
=
1
8
0
°
−
7
5
°
−
6
0
°
=
4
5
°
(hoekensom 3hoek ABC)
Bereken alle hoeken
Slide 7 - Slide
Nu kunnen hoek D1 en hoek E1:
45
o
∠
D
1
=
∠
A
=
6
0
°
(schuifsymmetrie, F-hoeken)
(schuifsymmetrie, F-hoeken)
∠
E
1
=
∠
B
=
4
5
°
60
o
45
o
Bereken alle hoeken
Slide 8 - Slide
Nu kunnen hoek D2 en hoek E2:
45
o
∠
D
2
=
1
8
0
°
−
6
0
°
=
1
2
0
°
(gestrekte hoek)
(gestrekte hoek)
∠
E
2
=
1
8
0
°
−
4
5
°
=
1
3
5
°
60
o
45
o
Slide 9 - Slide
schuifsymmetrie
∠
T
1
=
∠
R
=
7
5
°
∠
Q
=
∠
S
1
=
7
5
°
(TS // RQ):
Bereken alle hoeken
Slide 10 - Slide
gestrekte hoek:
∠
T
2
=
1
8
0
°
−
7
5
°
=
1
0
5
°
∠
S
2
=
1
8
0
°
−
7
1
°
=
1
0
9
°
Bereken alle hoeken
Slide 11 - Slide
hoekensom
∠
P
=
1
8
0
°
−
7
5
°
−
7
1
°
=
3
4
°
Bereken alle hoeken
Slide 12 - Slide
Let op:
driehoek BDE is NIET gelijkvormig met driehoek ABC!
Driehoek BDE is wel gelijkbenig (dus hoek D = hoek E)
Hoek B1 is de enige hoek die je kunt uitrekenen; daarna B2, daarna E en D.
Bereken hoek E
Slide 13 - Slide
hoekensom 3hoek ABC:
∠
B
1
=
1
8
0
°
−
7
0
°
−
4
6
°
=
6
4
°
∠
B
1
=
∠
B
2
=
6
4
°
overstaande hoeken:
Bereken hoek E
Slide 14 - Slide
∠
B
1
=
∠
B
2
=
6
4
°
overstaande hoeken:
3hoek BDE = gelijkbenig dus
∠
E
=
∠
D
voor de basishoeken is
over
1
8
0
°
−
6
4
°
=
1
1
6
°
∠
E
=
∠
D
=
2
1
1
6
=
5
8
°
Bereken hoek E
Slide 15 - Slide
∠
A
1
+
∠
A
2
=
7
0
°
∠
A
1
=
∠
A
2
=
2
7
0
=
3
5
°
1
1
0
°
=
1
8
0
°
−
7
0
°
∠
D
=
1
1
0
°
(
F
h
o
e
k
e
n
)
∠
C
2
=
1
8
0
°
−
1
1
0
°
−
3
5
°
=
3
5
°
∠
C
1
=
1
8
0
°
−
5
0
°
−
3
5
°
=
9
5
°
50
o
2
x
h
o
e
k
e
n
s
o
m
3
h
o
e
k
Bereken alle hoeken
Slide 16 - Slide
∠
S
1
=
1
8
0
°
−
1
3
0
°
=
5
0
°
(gestrekte hoek)
∠
S
4
=
∠
S
2
=
1
3
0
°
(overstaande hoeken)
(overstaande hoeken)
∠
S
3
=
∠
S
1
=
5
0
°
a. Bereken de hoeken bij S
Slide 17 - Slide
b. Bereken de hoeken L1 en L2
∠
L
1
=
1
8
0
°
−
1
5
°
−
1
3
0
°
=
3
5
°
∠
L
2
=
1
8
0
°
−
∠
S
3
−
∠
M
1
∠
S
3
=
5
0
°
(
v
r
a
a
g
a
)
∠
M
1
=
2
5
°
(
Z
h
o
e
k
=
∠
K
1
)
∠
L
2
=
1
8
0
°
−
5
0
°
−
∠
2
5
°
=
1
0
5
°
3hoek SLM:
Slide 18 - Slide
c. Bereken
hoek N2 en M2
∠
M
2
=
∠
K
1
=
1
5
°
(
Z
h
o
e
k
)
∠
N
2
=
∠
L
1
=
3
5
°
(
Z
h
o
e
k
)
Slide 19 - Slide
a. Bereken hoek D12
∠
C
1
2
=
∠
A
=
7
0
°
(
Z
h
o
e
k
)
∠
D
1
2
+
∠
B
1
2
=
3
6
0
°
−
2
⋅
7
0
°
=
2
2
0
°
∠
D
1
2
=
2
2
2
0
=
1
1
0
°
Slide 20 - Slide
Bekijk 3hoek PBC:
42 b. Bereken
hoek P1 en P2
∠
C
2
=
7
0
°
−
4
0
°
=
3
0
°
∠
C
1
2
=
∠
A
=
7
0
°
(
Z
h
o
e
k
)
∠
B
=
∠
D
1
2
=
1
1
0
°
(
v
r
a
a
g
a
)
∠
P
1
=
1
8
0
°
−
3
0
°
−
1
1
0
°
=
4
0
°
∠
P
2
=
1
8
0
°
−
4
0
°
=
1
2
0
°
(
g
e
s
t
r
e
k
t
e
h
o
e
k
)
(hoekensom 3hoek)
Slide 21 - Slide
3hoek ABD is gelijkbenig
DUS
c. Bereken hoek D1 en B1
∠
D
1
=
∠
A
1
=
7
0
°
∠
B
1
=
1
8
0
°
−
7
0
°
−
7
0
°
=
4
0
°
(
h
o
e
k
e
n
s
o
m
3
h
o
e
k
A
B
D
)
Slide 22 - Slide
Uit vraag b. en c. weten we P1 en B1 (ieder 40
o
)
d. Bereken hoek S1
e. Waarom is 3hoek PBS gelijkbenig?
∠
S
1
=
1
8
0
−
4
0
−
4
0
=
1
0
0
°
3hoek PBS is gelijkbenig omdat hoek P1=hoekB1
Slide 23 - Slide
a.
(het dak is symmetrisch)
∠
A
=
∠
D
=
2
9
°
Slide 24 - Slide
∠
B
1
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
2
9
°
=
6
1
°
h
o
e
k
e
n
s
o
m
3
h
o
e
k
∠
B
3
=
6
0
°
(
B
C
F
g
e
l
i
j
k
z
i
j
d
i
g
)
∠
B
2
=
1
8
0
°
−
6
0
°
−
6
1
°
=
5
9
°
(
g
e
s
t
r
e
k
t
e
h
o
e
k
)
b.
Slide 25 - Slide
Het dak is symmetrisch dus
∠
C
3
=
∠
B
1
=
5
9
°
∠
C
1
=
∠
B
3
=
6
0
°
∠
C
2
=
∠
B
2
=
6
1
°
c.
Slide 26 - Slide
∠
F
1
=
1
8
0
°
−
2
9
°
−
6
1
°
−
5
9
°
=
3
1
°
(
3
h
o
e
k
)
∠
F
3
=
∠
F
1
=
3
1
°
(
A
F
D
s
y
m
m
e
t
r
i
s
c
h
)
∠
F
2
=
6
0
°
(
g
e
l
i
j
k
z
i
j
d
i
g
e
3
h
o
e
k
)
d.
Slide 27 - Slide
Bereken hoek E2
∠
E
1
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
3
0
°
=
6
0
°
(
h
o
e
k
e
n
s
o
m
3
h
o
e
k
)
30
o
∠
E
2
=
1
8
0
°
−
6
0
°
=
1
2
0
°
(
g
e
s
t
r
e
k
t
e
h
o
e
k
)
50
o
25
o
Slide 28 - Slide
Bereken hoek F1
∠
F
3
=
∠
E
2
=
1
2
0
°
(
F
h
o
e
k
)
50
o
∠
F
2
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
5
0
°
=
4
0
°
∠
F
1
=
1
8
0
°
−
4
0
°
−
1
2
0
°
=
2
0
°
Slide 29 - Slide
Bereken hoek C1 Gegeven: G2 = 25
o
30
o
25
o
∠
G
1
=
6
0
°
−
2
5
°
=
3
5
°
∠
G
1
2
=
6
0
°
(
s
c
h
u
i
f
s
y
m
m
!
)
∠
C
1
=
1
8
0
°
−
1
2
0
°
−
3
5
°
=
2
5
°
(
h
o
e
k
e
n
s
o
m
3
h
o
e
k
)
Slide 30 - Slide
∠
C
1
2
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
3
0
°
=
6
0
°
Bereken hoek C2
∠
C
1
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
5
5
°
=
3
5
°
∠
C
2
=
6
0
°
−
3
5
°
=
2
5
°
(
d
r
i
e
h
o
e
k
A
B
C
)
(
d
r
i
e
h
o
e
k
A
D
C
)
Slide 31 - Slide
∠
E
1
2
=
∠
D
1
=
5
5
°
(
F
h
o
e
k
)
Bereken hoek E3
(LET OP: DC//EF!)
∠
E
3
=
1
8
0
°
−
5
5
°
=
1
2
5
°
(
g
e
s
t
r
e
k
t
e
h
o
e
k
)
Slide 32 - Slide
∠
G
1
=
∠
C
2
=
2
5
°
Bereken hoek G2
(LET OP: DC//EF!)
∠
G
2
=
1
8
0
°
−
2
5
°
=
1
5
5
°
(
g
e
s
t
r
e
k
t
e
h
o
e
k
)
(
s
c
h
u
i
f
s
y
m
m
.
)
Slide 33 - Slide
Welkom 4m6
Ga lekker zitten
Neem je boek, schrift, pen rekenmachine voor je
spoorboekje:
vraag 46
uitleg 3.4
maken 3.4
Slide 34 - Slide
sin
(
∠
E
3
)
=
5
2
∠
E
3
=
s
h
i
f
t
sin
(
5
2
)
=
2
4
°
o
s
46 a. Bereken hoek E3 en E2
∠
E
2
=
9
0
°
−
2
4
°
=
6
6
°
Slide 35 - Slide
o
s
46 b. Bereken lengte GE
Kan met cosinus of Pythagoras
G
E
=
√
5
2
−
2
2
=
√
2
1
=
4
,
6
m
G
E
=
5
⋅
cos
(
2
4
°
)
=
4
,
6
m
Slide 36 - Slide
o
s
46 c. Bereken hoek E12
∠
E
1
=
3
0
°
∠
E
2
=
9
0
°
−
2
4
°
=
5
6
°
∠
E
1
2
=
3
0
°
+
5
6
°
=
8
6
°
Slide 37 - Slide
∠
C
3
=
1
8
0
°
−
9
0
°
−
3
0
°
=
6
0
°
∠
C
1
+
∠
C
2
+
∠
C
3
+
9
0
°
=
3
6
0
°
(
v
o
l
l
e
h
o
e
k
)
∠
C
1
=
s
h
i
f
t
cos
(
4
1
,
5
)
=
6
8
°
∠
C
2
=
3
6
0
°
−
9
0
°
−
6
0
°
−
6
8
°
=
1
4
2
°
46 d. Bereken hoek C2
Slide 38 - Slide
h
=
1
,
8
0
+
4
,
6
+
C
D
+
A
B
sin
(
3
0
°
)
=
5
C
D
C
D
=
5
⋅
sin
(
3
0
°
)
=
2
,
5
m
A
B
=
√
4
2
−
1
,
5
2
=
3
,
7
m
h
=
1
,
8
0
+
4
,
6
+
2
,
5
+
3
,
7
=
1
2
,
6
m
46 e. Bereken de hoogte van de schilder
Slide 39 - Slide
More lessons like this
3.3 Hoeken in vlakke figuren
November 2020
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
huiswerk 3.3 vraag 28-34
November 2020
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
les 5 8.5
March 2024
- Lesson with
27 slides
wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
3.3 Hoeken in vlakke figuren
November 2024
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3.1 Zijden berekenen deel 3, gelijkvormigheid
December 2023
- Lesson with
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Hoeken berekenen notatie
March 2022
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,4
4.4 Driehoeken tekenen
November 2020
- Lesson with
10 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
M1a - 20230623 - H8-P4-P5
June 2023
- Lesson with
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1