5V 9.5 Z/B titratie

3-weeksetaak: Voorbereiding PO Titreren (4% examendossier)
  • Theorie titreren
  • Glaswerk
  • Voorbeeld experiment
                      - Demo verdunnen
                      - Demo titreren 
  • Uitwerking titratieproef
  • Oefenen in het Science lab.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3-weeksetaak: Voorbereiding PO Titreren (4% examendossier)
  • Theorie titreren
  • Glaswerk
  • Voorbeeld experiment
                      - Demo verdunnen
                      - Demo titreren 
  • Uitwerking titratieproef
  • Oefenen in het Science lab.

Slide 1 - Slide

Titratie: kwantitatieve chemische
analysemethode
A : erlenmeyer  : oplossing met onbekende molariteit.
                                    paar druppels pH indicator
B : buret : titrant = oplossing met bekende molariteit.
C : kraantje : heel nauwkeurig vloeistof toe druppelen.

  • Neem plaatje en legenda over in je schrift
A
B
C

Slide 2 - Slide

titratie
een titratie is een analysemethode om de molariteit van een bekende stof te bepalen

Slide 3 - Slide

Verdunnen en titreren

Slide 4 - Slide

Titratie: kwantitatieve chemische analysemethode
Doel: onbekende concentratie / hoeveelheid stof te bepalen.
Selectieve, snelle en volledige reactie van de te bepalen stof met een nauwkeurig afgemeten oplossing, met bekende molariteit (de titrant).
Kortom:
  • Twee oplossing die snel en volledig met elkaar reageren. (dus geen evenwichtsreacties!)
  • Onbekende (in) oplossing → volume nauwkeurig afmeten, eventueel verdunnen.
  • Titrant (=oplossing die toegedruppeld wordt) → molariteit nauwkeurig bekend.
  • Waarneembaar equivalentiepunt (eindpunt) van de titratie.
Kortom: exact bepalen wanneer alle stof met de onbekende concentratie gereageerd heeft. Bijvoorbeeld dmv een indicator (Binastabel 52A)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Buret aflezen: op ooghoogte en in 2 decimalen

Slide 8 - Slide

Titratie berekeningen (stappenplan)
  1. Noteer de reactievergelijking.
  2. Bereken aantal mol toegevoegde stof (volume x molariteit)
  3. Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
  4. Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L) of een andere gevraagde berekening (denk aan je verdunningsfactor).

Maak aantekeningen

Slide 9 - Slide

de juiste notatie voor natronloog is
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na+ (aq) + OH- (aq)
D
natriumhydroxide

Slide 10 - Quiz

Voorbeeldsom: Molariteit van een azijnzuur-oplossing bepalen met een titratie met natronloog
  1. 10,00 mL azijnzuur-oplossing wordt in een 250,00 mL maatkolf gedaan aangevuld met demiwater.
  2. 10,00 mL van de verdunde azijnzuur-oplossing wordt in een erlenmeyer gepipeteerd.
  3. er wordt met 0,0104 M natronloog getitreerd. 
  4. fenolrood wordt toegevoegd aan het verdunde azijnzuur-oplossing als de pH indicator.
  5. als de kleur omslaat, is er precies 12,53 mL natronloog toegevoegd.

Slide 11 - Slide

Geef de RV van de reactie die optreedt tijdens de titratie van azijnzuur-oplossing met natronloog. Organische verbindingen in een structuurformules.

Slide 12 - Open question

Geef de verdunningsfactor (geheel getal):
"10,00 mL azijnzuur-opl. wordt in een 250,00 mL maatkolf gedaan aangevuld met demiwater"

Slide 13 - Open question

plaats de tekst op de juiste plek in de tekening
De opstelling. de molariteit van een een onbekende hoeveelheid azijnzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
azijnzuur oplossing
natronloog
buret
pH indicator
nauwkeurig toevoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit
erlenmeyer
kraantje

Slide 14 - Drag question

Fenolrood wordt gebruikt als pH indicator.
Tot welke kleuromslag moet je titreren, zodat alle azijnzuur net volledig met natronloog heeft gereageerd?
A
geel→oranje
B
oranje→geel
C
oranje→rood
D
rood→oranje

Slide 15 - Quiz

Bereken in je schrift de molariteit van de azijnzuur-oplossing.
  1. 10,00 mL azijnzuur-oplossing wordt in een 250,00 mL maatkolf gedaan aangevuld met demiwater.
  2. 10,00 mL van de verdunde azijnzuur-oplossing wordt in een erlenmeyer gepipeteerd.
  3. er wordt met 0,0104 M natronloog getitreerd. 
  4. fenolrood wordt toegevoegd aan het verdunde azijnzuur-oplossing als de pH indicator.
  5. als de kleur omslaat, is er precies 12,53 mL natronloog toegevoegd.

Slide 16 - Slide

Geef de molariteit van de azijnzuur-oplossing. (svp zonder eenheid ivm automatisch nakijken)

Slide 17 - Open question

Uitwerking som
Natronloog: Na+ (aq) + OH- (aq)                       V = 12,53 mL  
[OH-] = 0,0104 M , mol OH- = 12,53 mL x 0,0104 M = 0,13O mmol
CH3COOH (aq) + OH- (aq) → CH3COO- (aq) + H2O (l)
0,130 mmol  ←   0,130 mmol
[azijnzuur]titratie = 0,130 mmol / 10,00 mL = 0,0130 M
Deze oplossing was 250/10=25 x verdund
[azijnzuur]monster = 0,0130 M x 25 = 0,326 M

Slide 18 - Slide

En nu:
  • Aan de slag met de Daltontaak bij Tim (HORT - 325),
  • schrijf je voor de taak samen in met degene waarmee je wo 16-11 het PO gaat uitvoeren (de uitwerking van het PO doet iedereen alleen)

Slide 19 - Slide