This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Wat hebben jullie onthouden van les 1?
Slide 1 - Mind map
Ik ben benieuwd wat jullie hebben onthouden over de vorige les. Vul dus in wat je hebt onthouden van vorige week.
NOG NAAR KIJKEN OF HET LUKT!
Opgaven H4
Bespreken:
4.24
4.35
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Management Accounting
Hoofdstuk 5: Kostprijsberekening
Slide 3 - Slide
Deze les gaan we het hebben over hoofdstuk 5. Dit gaat over de kostprijsberekening.
5.1 Kostprijs en markt
Kostprijs = totale kosten van het product.
Niet te hoge verkoopprijs --> dan gaat de consument naar de concurrent.
Niet te lage verkoopprijs --> dat kan de winstgevendheid van de onderneming onder druk zetten.
Winst: wanneer de kostprijs lager is dan de verkoopprijs.
Slide 4 - Slide
Een kostprijs van een product bestaat uit de totale kosten van dat product.
Veel bedrijven kunnen hun prijzen zelf samen stellen, bijv. een adviesbureau. Het kan ook zijn dat de verkoopprijs een gegeven is, waarop een onderneming geen invloed kan uitoefenen. Dit is het geval bij een markt met volkomen concurrentie, waarbij de verkoopprijs wordt bepaald door vraag en aanbod (bijv. tarwe, koffie of cacao). Het ligt dus aan de markt waarin je je bevindt hoe de kostprijs wordt bepaald.
Je moet niet een te hoge verkoopprijs instellen, maar ook weer niet een te lage. Wanneer de kostprijs lager is dan de verkoopprijs, dan heb je winst.
5.2 Variabele en vaste kosten
Variabele kosten = als de kosten van een organisatie veranderen ten gevolge van een verandering in de omvang van de activiteiten (bedrijfsdrukte).
Proportioneel variabele kosten: de kosten veranderen recht evenredig met een verandering in de bedrijfsdrukte.
Progressief stijgende variabele kosten: de kosten veranderen meer dan evenredig ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte
Degressief stijgende variabele kosten: de kosten veranderen minder dan evenredig ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte.
Trapsgewijs variabele kosten: de kosten veranderen met kleine sprongetjes.
Slide 5 - Slide
Er bestaan variabele kosten en vaste kosten. Hier zien jullie de definitie van variabele kosten staan. Wat hier staat betekent eigenlijk dat als je meer producten gaat verkopen, de kosten ook stijgen. De variabele kosten zijn onder te verdelen in onderstaande kosten.
Proportioneel variabele kosten: de variabele kosten per eenheid product blijven gelijk, ongeacht de productieomvang. Dit is vaak zo met grondstofkosten (bijv. producten die volgens een vast recept worden gemaakt).
Proportioneel stijgende variabele kosten: treden vaak op als de onderneming een bedrijfsdrukte heeft die in de buurt komt van de maximale capaciteit (bijv. extra kosten door overuren).
Degressief stijgende variabele kosten: komt met name voor als de productie wordt verhoogd. Een toename van de bedrijfsdrukte leidt dan vaak tot kostenbesparingen (kwantumkortingen).
Trapsgewijs variabele kosten: dit is bijvoorbeeld als er gebruik wordt gemaakt van kleine machines. Dan gaan de kosten ook met kleine sprongetjes vooruit.
cdp.contentdelivery.nu
Slide 6 - Link
In dit filmpje wordt wat verteld over de variabele kosten.
5.2 Variabele en vaste kosten
Vaste kosten = kosten die niet veranderen ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte. Bijv. een gebouw (huurkosten veranderen niet ten gevolge van de productie).
Gemengde kosten = als de kosten voor een gedeelte vast zijn en voor een gedeelte variabel. Bijv. bij een vast maandsalaris (vaste kosten), waarbij een medewerker ook een bonus kan ontvangen (variabele kosten).
Slide 7 - Slide
Vaste kosten veranderen niet zolang de productieomvang binnen de beschikbare capaciteit van de onderneming ligt. Daarom worden de vaste kosten ook wel capaciteitskosten genoemd.
cdp.contentdelivery.nu
Slide 8 - Link
In dit filmpje wordt iets verteld over de vaste kosten.
5.3 Integrale kostprijs
Het totaal van de vaste en variabele kosten zijn de integrale kosten.
De integrale kostprijs = kostprijs die onafhankelijk is van de periode waarin het product toevallig wordt geproduceerd. Formule: integrale kosten / gemiddelde bedrijfsdrukte
De standaardkostprijs wordt onder andere gebruikt om de doelmatigheid van het productie- en verkoopproces van een onderneming te beoordelen. Gelduitgaven die ondoelmatig zijn, leiden tot verspilling en worden niet in de standaardkostprijs opgenomen.
Zie voorbeeld 5.3 in het boek (blz. 215).
Slide 9 - Slide
Een onderneming gaat uit van de gemiddelde kosten over een bepaalde tijdsduur. Op basis daarvan zal een verkoopprijs vastgesteld worden die leidt tot een zo hoog mogelijk resultaat op lange termijn. Als ze namelijk uitgaan van een lage productie of hoge productie, dan schommelt de verkoopprijs heel erg en dit wordt niet geaccepteerd door de consument.
Verschil tussen rationele capaciteit (in het voorbeeld 25.000) en de normale productie noemen we rationele overcapaciteit. In het voorbeeld is de rationele overcapaciteit dan 25.000 - 12.000 = 13.000 liter. Als IJssalon Italia had gekozen voor ijsmachine Milano, was er sprake van irrationele overcapaciteit van 3.000 liter. Dit zou leiden tot 4.000 euro (verspilling) per jaar (vaste kosten waren 4.000 hoger).
De rationele overcapaciteit is onvermijdbaar. Daarom worden deze in de standaardkostprijs opgenomen. Irrationele overcapaciteit is niet onvermijdbaar, dus die worden gezien als verspilling en worden niet in de standaardkostprijs opgenomen.
cdp.contentdelivery.nu
Slide 10 - Link
In dit filmpje bespreken ze voorbeeld 5.3 uit het voorbeeld.
5.3 Integrale kostprijs
De standaardkostprijs van een product is gelijk aan de gemiddelde toegestane kosten per product.
Formule = V/N + C/N
V = Variabele kosten bij normale productie
C = Constante (= vaste) kosten
N = Normale productie
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
5.3 Integrale kostprijs
Bij proportioneel variabele kosten zijn de variabele kosten per eenheid product gelijk. Die kosten zijn niet afhankelijk van de productieomvang, de kosten zijn steeds hetzelfde.
Bij proportioneel variabele kosten wordt de volgende formule gebruikt:
Standaardkostprijs = V/B + C/N
B = Begrote productie
Slide 12 - Slide
Proportioneel variabele kosten is dat de kosten per eenheid niet afhankelijk zijn van de productieomvang.