Ongeluk door bliksem - week 36 2024

Ongeluk door bliksem 
Nieuwsbegrip
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Nederlands lezenLezen+1ISK

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ongeluk door bliksem 
Nieuwsbegrip

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen en leesdoelen
2. Woordweb
3. Kijken naar de tekst en een filmpje van jeugdjournaal
4. Actief lezen
5. Bespreken
6. Woordweb 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen en lesdoelen
Leerdoel:
1. Aan het einde van de les weet ik hoe ik actief moet lezen.
2. Aan het einde van de les kan ik vragen beantwoorden met actief lezen.

Leesdoel:
1. Aan het einde van de les weet ik wat er in Zweden is gebeurt door de bliksem, hoe bliksem ontstaat en wat ik moet doen bij bliksem. 

Slide 3 - Slide

Woordweb maken
Onderwerp:
´Ongeluk door bliksem´


Samen op het bord!

Wat weet jij al? Waar denk jij dan aan?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Kenniswoorden
Wat betekenen deze woorden?
de gebeurtenis, schuilen, losbarsten, inslaan, de getuige, er slecht aan toe zijn, namelijk, opstijgen, ontstaan, trouwens

Zoek de woorden op in de tekst en zet er een rondje omheen!

Slide 7 - Slide

Actief lezen, +/- 30 minuten
Pagina 2 
Leesdoel: Na het lezen van de tekst weet ik .....

1. Werk in groepjes
2. Lees elke keer 1 stukje voor, zie jij de kenniswoorden?
3. Waar gaat de tekst over? Wat is het belangrijkste?
4. Beantwoord de sleutelvragen

Klaar? Maak opdracht 2 en 3. 
timer
1:00
de gebeurtenis, schuilen, losbarsten, inslaan, de getuige, er slecht aan toe zijn, namelijk, opstijgen, ontstaan, trouwens

Slide 8 - Slide

Bespreken
Nu gaan we samen de tekst lezen.

Bij elke alinea/stuk/deel van de tekst krijgt
één groepje de beurt. Geef antwoord op de sleutelvraag én de betekenis van een kenniswoord. 
de gebeurtenis, schuilen, losbarsten, inslaan, de getuige, er slecht aan toe zijn, namelijk, opstijgen, ontstaan, trouwens

Slide 9 - Slide

Woordweb aanvullen
Onderwerp:
´Ongeluk door bliksem´


Samen op het bord!

Wat heb je geleerd? Wat past nog meer bij het woordweb? Vul het woordweb aan!

Slide 10 - Slide