2.6.1 Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van infecties met seksueel overdraagbare aandoeningen en aangeven hoe je deze infecties kunt voorkomen.
2.6.2 Je kunt de werking van methoden van anticonceptie en de voor- en nadelen ervan beschrijven.
2.6.3 Je kunt ethische en biologische argumenten onderscheiden over het ingrijpen in het voorplantingsproces.