Engels unit 3 L5 writing deel 1

 unit 3 Australia
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 unit 3 Australia

Slide 1 - Slide

previous 
lesson 4
quantifiers

Wie kan dit uitleggen? 
Waar moet je op letten?


Slide 2 - Slide

grammar
quantifiers = 
- many / much / a lot of
- a little / a few
- little / few
 
to < > too
als je ook bedoelt, dan dubbel oo, dus too, anders met 1 

bijzondere meervoud: 
a pair of... glasses/ trousers/ tights
quantifiers = 
- many / much / a lot of
- a little / a few
- little / few





bijzondere meervoud: 
a pair of ...

Slide 3 - Slide

mondeling behandelen: 

1) Julia ate .... rice. 


Slide 4 - Slide

2) Mike ate ... chips.


Slide 5 - Slide

3) I have ... who speak French.

Slide 6 - Slide

4) She found ... cookies under her bed.

Slide 7 - Slide

5) I need .. water to feel better.

Slide 8 - Slide

6) I want to save ... money to by that game.

Slide 9 - Slide

7) He gave me ... coins to buy that sweater.

Slide 10 - Slide

8) Ashley needs ... sugar for the cake

Slide 11 - Slide

dus samengevat: 

* bij dingen die je kunt tellen/ dus meervoud: 
- many (books)          - veel boeken
- a lot of (games)      - veel games
- a few (films)            - een paar films
- few people              - weinig mensen


Slide 12 - Slide

dus samengevat: 

* bij dingen die niet telbaar zijn (begripswoorden): 
- much (sugar)          - veel suiker
- a lot of (meat)         - veel vlees 
- a little (happiness) - een beetje geluk
- little (homework)    - weinig huiswerk


Slide 13 - Slide

grammar lesson 5
tags
zijn korte zinnetjes achter de hoofdzin geplakt
je gebruikt ze als je een beetje twijfelt over wat je zegt
in het Nederlands dan vaak, toch? , of wel?

in BK study box 123
in KGT study box 129

Slide 14 - Slide

regels bij tags
1) er mag maar 1x not in de hele zin staan
2) je herhaalt in het korte zinnetje eerst het ww, dan de persoon om wie het gaat
3) als er namen staan, dan vervangen door he/ she/ they etc (= het persoonlijk voornaamwoord)

Slide 15 - Slide

dus: 

1a) He is rich, isn't he?
- deel 1 van zin is + (er staat geen not in de zin)
- dus na de , not/ n't toevoegen

1b) He isn't strong, is he? 
- deel 1 van de zin is - (er staat not / n't in de zin)
- dus na de ,  mag er géén not staan


Slide 16 - Slide

dus: 

je herhaalt het werkwoord uit eerste deel van de zin:

1) He is rich, isn't he? 

2) We are strong, aren't we? 

3) They aren't home, are they?

Slide 17 - Slide

dus: 
je vervangt de naam/ namen eerste deel van de zin door een persoonlijk voornaamwoord:
1) Peter is rich, isn't he?
2) Josie and I are strong, aren't we?
3) Mark and Dennis aren't home, are they?

Slide 18 - Slide

let op - uitzonderingen

1) I am rich, aren't I   <   >   I am not rich, am I?

- dus als 1e deel ik en pos + is, dan na , aren't
- dus als 1e deel ik en neg - is, dan wel amI. 

Slide 19 - Slide

KGT - uitbreiding: (maar ook nuttig voor BK)

* als een zin een gewoon werkwoord heeft -> to do

- He works hard, doesn't he. 
- Peter doesn't work hard, does he?



Slide 20 - Slide

KGT - uitbreiding (maar ook nuttig voor BK)

* als een zin een hulpwerkwoord heeft, zoals 
- to have / will 

- She has cleaned it all by herself, hasn't she?
- Peter and Josh haven't done that, have they

Slide 21 - Slide

Today Friday 26th  January
werken online in All Right
BK (all right 711405)

nu naar All Right online
L5 opdr 1 + 2 + 3


** Felipe - inloggen op all right
anders in boek blz 109-110

** en was je klaar met je huiswerk? Anders nu doen!
KGT (all right 412866)

go to All right online
L5 exercises 1 + 2 + 3


** Ben - inloggen op all right, anders in boek blz 114-115

** en was je klaar met je huiswerk? Anders nu doen!

Slide 22 - Slide

nog eens quantifiers checken?
kijk dan nogmaals de clips die hieronder terug te vinden zijn. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

well done!

Slide 26 - Slide