2.1 industrie en samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

2.1 Industrie en samenleving

Taak:

1. Pak rustig je spullen: boek, schrift, pen en laptop.
   
2. Ga naar LessonUp en voer de code van deze les in.
   

Onderwerp van de les:

Paragraaf 2.1 "Industrie en samenleving" 

Bladzijde 36

les indeling 

- afspraken in mijn les

- woorden web

- lesdoelen + uitleg

- opdracht

- opdracht nabespreken + les afsluiten

Afspraken in mijn les

1. Wij houden ons aan de schoolregels
2. Als ik praat zijn jullie stil. Als een klasgenoot de beurt heeft zijn jullie ook stil.
   
3. Als je een vraag hebt steek je je hand op.
4. Fouten maken mag, van fouten kunnen wij allemaal leren.
   
5. Wij houden de klassenplattegrond aan. 
6. Je blijft zitten tot de bel gaat.

Wat weet je nog van de vorige lessen?

Over welk tijdvak gaan wij het deze periode hebben?

1. Tijd van Steden en Staten
2. Tijd van Televisie en Computer
3. Tijd van Ontdekkers en Hervormers
4. Tijd van Burgers en Stoommachines

lesdoelen 

- Aan het einde van deze les kun je in je eigen woorden uitleggen wat de industriële revolutie is.

- Aan het einde van deze les kun je de verschillen tijdens de Industriële revolutie  tussen arbeiders en ondernemers benoemen en uitleggen. 

1. 

2. gaat slecht met republiek, stadhoduer + regenten te veel macht. 

Liverpool Groot-Brittannië 

kleding maken 

	katoen	->	fabrieken	->	textiel
land	VS + India		Liverpool		liverpool
	grondstof		arbeiders		product

Katoen uit India + VS

Fabrieken Liverpool

Textiel gemaakt door arbeiders met machines.

handarbeid -> fabrieken

Aangedreven door de stoommachine.

verandering productie methode -> industriële revolutie

weefmachine links

spin machine rechts (spinning Jenny)

Hoe werden producten vervoerd op het land?

Gevolgen Industriële revolutie 

gevolgen voor delen (sectoren) van de economie:

1.  minder mensen landbouw -> meer in de industrie - en dienstensector. 
2. in steden veel industrie en handel -> steden groeien.
3. 1800 Groot-Brittannië industriële samenleving. 
4. Vanaf 1850 industriële samenleving in andere westerse landen + Japan. 

1. door innovatie minder mensen nodig.

checken

De industriële revolutie begon in A, Groot-Brittannië. Grondstoffen uit andere landen werden in fabrieken gemaakt tot B. Een gevolg van de industriële revolutie was dat er C minder/meer mensen in de landbouw gingen werken en juist D minder/meer mensen in de industrie - en dienst sector. Steden groeide snel, vanaf E  was de industriëlen revolutie ook begonnen in andere westerse landen en F.

checken

De industriële revolutie begon in Liverpool, Groot-Brittannië. grondstoffen uit andere landen werden in fabrieken gemaakt tot producten. Een gevolg van de industriële revolutie was dat er minder mensen in de landbouw gingen werken en juist meer mensen in de industrie - en dienst sector. Steden groeide snel, vanaf 1850 was de industriëlen revolutie ook begonnen in andere westerse landen en Japan.

opdracht: ondernemers & arbeiders

Uitkomst? Duo's presenteren hun gemaakte opdracht.

Hoe? Je maakt de opdracht in een duo.  Je mag zachtjes overleggen.

Tijd? 10 minuten

Hulp? Je boek, bladzijde 38: "arbeiders in actie''  

              + De andere leerling uit jouw duo.

 Wat?

1.  Lees de opdracht.
2. Lees het stukje tekst.
3. Vul de vragen in. 

Klaar? Vertel het aan mij. 

opdracht nabespreken

Leg het begrip industriële revolutie in je eigenwoorden uit.

lesdoelen 

- Aan het einde van deze les kun je in je eigen woorden uitleggen wat de industriële revolutie is.

- Aan het einde van deze les kun je de verschillen tijdens de Industriële revolutie  tussen arbeiders en ondernemers benoemen en uitleggen. 

1. 

2. gaat slecht met republiek, stadhoduer + regenten te veel macht. 

Fijne dag!

Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.